Terwijl in Nederland een verhitte discussie plaatsvindt over de verkleining van de agrarische sector, dreigen mensen in Afrika te sterven omdat Poetin voedsel als wapen gebruikt. Een oplossing is niet in zicht. Er wordt graan vanuit Oekraïne via het spoor naar Europa afgevoerd. Maar de transportcapaciteit is te gering om 21 miljoen ton graan het land uit te krijgen. Verschillende spoorbreedtes helpen daarbij niet. Er wordt weliswaar nagedacht over het verbeteren van de logistiek, maar ondertussen dreigt het graan weg te rotten en exploderen de prijzen.
De Oekraïense president Zelenski weigert de belangrijke haven van Odessa te ontmijnen, omdat dit een Russische amfibische aanval zou vergemakkelijken. Rusland zelf, wil graan via bezet gebied afvoeren, maar dat lijkt voor Oekraïne weer onacceptabel. En dan is er het oeverloze gepraat over hoe de vrachtschepen in de Zwarte Zee moeten worden beschermd.
De enigen die er beter van worden zijn de vier grote multinationals die het merendeel van de mondiale graanhandel domineren. Die zien door de exploderende prijzen hun winsten oplopen.
Poetin heeft in ieder geval duidelijk gemaakt dat het verstoren van de mondiale bevoorradingsketens en het verminderen van landbouwopbrengsten andere landen in de afgrond kan storten. Nout van der Vaart van Oxfam Novib stelde dat 25 miljoen mensen in de hoorn van Afrika nu in acute hongersnood verkeren en dat vijftig landen voor ruim 30 procent van hun graanimporten afhankelijk van Rusland of Oekraïne zijn.
Deze voedselcrisis maakt duidelijk dat slepen met voedsel over de wereld moet. Gebeurt dat niet, dan ontstaat honger.
Ook in Nederland hoor ik vaak dat we zo veel mogelijk zelf moeten produceren. Klinkt logisch, maar als elk land dat doet, ontstaan nog meer hongersnoden. China en India zijn bijvoorbeeld grote graanproducenten, maar die produceren vooral voor de eigen bevolking. En als het daar misgaat, moeten ze op hun beurt importeren. Als elk land zelfvoorzienend zou zijn, ontstaan ook daar hongersnoden.
Waar dit toe leidt hebben we tijdens de Arabische Opstanden van 2010 en 2011 gezien. Die begonnen als broodoproeren. De gevolgen waren ook in Europa merkbaar: meer vluchtelingen en meer terrorisme. Die internationale dimensie, ik heb het op deze plek al eerder opgemerkt, ontbreekt totaal in het nationale debat.
Nu de provincies zich moeten gaan bezighouden met de vraag hoe op lokaal niveau de stikstofemissies aan banden moeten worden gelegd, vrees ik dat daarin geen verbetering komt. Want door het aan de provincies over te laten wordt het per definitie een gebiedsgerichte aanpak waarbij het al snel om uitkopen en verminderen gaat.
Maar wie naar de internationale dimensie kijkt, weet hoe belangrijk exporten zijn. Dit pleit voor uiterste voorzichtigheid met de hele sector.
Nederland is na de Verenigde Staten en Brazilië, de derde exporteur van agrarische producten. De gevolgen van de huidige voedselcrisis zou tot het besef moeten leiden, dat dit zo moet blijven. Dit betekent per definitie dat voor het oplossen van de milieuproblemen zo veel mogelijk op technologie moet worden ingezet. Helaas is de afgelopen jaren daarin door de steeds veranderende wet- en regelgeving en de enorme onzekerheden over het stikstofbeleid veelal te weinig in geïnvesteerd. Daarin moet nu echt verandering komen.
Rob de Wijk
Deze column werd op 2 juli 2022 gepubliceerd in Nieuwe Oogst.