De energietransitie begint de agrarische sector hard te raken. Soms is dat niet goed zichtbaar. Neem waterstofgas. Dat is essentieel voor de productie van industriële ammoniak, wat een onmisbaar ingrediënt is voor kunstmest. Zonder dat kan de agrarische sector instorten. Probleem: voor de productie van waterstofgas zijn veel gas en wat kolen nodig. De jaarlijkse productie van 90 miljoen ton waterstofgas levert de CO2-uitstoot van een land als Duitsland op.
Reden dus om in te zetten op groene waterstof, geproduceerd met zonne- en windenergie. De techniek ervoor is beschikbaar, maar het duurt jaren voordat deze grootschalig kan worden ingezet. Daarom zal de prijs van kunstmest voorlopig stijgen.
Dit wordt versterkt door een ander probleem: de investeringen in zowel fossiele energie als duurzame industriebronnen lopen achter. De gevolgen daarvan worden duidelijk nu de economie hard aantrekt en de vraag naar gas explodeert.
De schaarste is in belangrijke mate zelfgecreëerd. In Europa stagneren door burgerprotesten talloze verduurzamingsprojecten. Slechts weinigen zijn dol op windmolens in hun achtertuin. Protesten leidden ook tot het afdanken van kern- en kolencentrales en minder investeringen in de exploratie van fossiele energie, terwijl gas de brandstof is die een sleutelrol in de transitie van fossiel naar duurzaam moet spelen.
De agrarische sector raakt hierdoor in een spagaat: exploderende energieprijzen, dreigende energieschaarste en maatschappelijke druk dwingen tot verduurzaming, die door achterblijvende nationale en internationale investeringen steeds moeilijker wordt.
De gevolgen zijn nu al zichtbaar in bedrijven die zonnepanelen willen plaatsen. Door onderinvesteringen in het elektriciteitsnetwerk is er te weinig capaciteit om hieraan te leveren, waardoor de investering niet rendeert. De oplossing is investeren in nieuwe faciliteiten voor vloeibaar gas en de exploitatie van nieuwe gasvelden.
De enige die profijt heeft van dit door onszelf gecreëerde probleem is de Russische president Vladimir Poetin. Hij ziet zijn gasleveranties en daarmee de overheidsfinanciën stijgen, zodat hij het Westen steeds effectiever onder druk kan zetten. Dit neveneffect van de energietransitie staat haaks op de door de Europese Unie uitgesproken wens om op energie- en agrarisch gebied meer autonoom te worden.
Bron: Nieuweoogst.nl