Nu de olieboycot van kracht is en een maximumprijs voor overzeese olie een feit is, zwelt de discussie over de effectiviteit van sancties aan. Het gerenommeerde Foreign Policy vindt dat ze goed werken. Want de economie wordt hard geraakt. Meer dan duizend bedrijven hebben Rusland verlaten, banken zijn afgesloten van het internationale betalingsverkeer, de legale import van hightech is opgedroogd. Rusland krijgt nauwelijks meer halfgeleiders, waardoor de wapen- en auto-industrie hard worden getroffen.
Ik ben verbaasd dat het IMF een neergang van de Russische economie voor dit jaar van slechts 3,5 procent voorspelde. Eerdere prognoses uit augustus, dat Rusland dit jaar fors meer verdient aan energie-export, zijn niet herroepen. Dat alles geeft te denken.
De sancties moeten een demonstratie van westerse eenheid zijn, en ze moeten door economische verstikking de mogelijkheid om de oorlog te voeren raken. De sancties zijn een uitwerking van de eis die de Europese Raad op 24 februari formuleerde, namelijk: alle Russen het land uit en stoppen met de vijandelijkheden.
Geduld hebben, wordt er geroepen
Tot nu is die eis niet ingewilligd en hebben de sancties onvoldoende effect op de Russische economie. Van alle kanten wordt geroepen dat we geduld moeten hebben. Maar daarbij wordt voorbijgegaan aan het feit dat elk land binnen zijn overheidsbegroting ten koste van andere sectoren geld voor defensie kan vrijmaken. Vandaar dat Noord-Korea en Iran, ondanks jaren van sancties, nog steeds een bedreiging vormen.
Bovendien dreigt met de nieuwe oliemaatregelen iets te gebeuren wat we eerder hebben gezien. Het plan RePowerEU van afgelopen maart maakte chantabel, omdat de EU dit jaar twee derde minder gas wilde afnemen en een derde nodig had om de winter door te komen. Het argument dat Poetin dan de kraan weleens helemaal zou kunnen dichtdraaien, werd van tafel geveegd met het argument dat hij de inkomsten nodig had. Inmiddels zijn Nordstream 1 en 2 opgeblazen.
Je hoeft niet veel fantasie te hebben om te bedenken wat Poetin nu zou kunnen doen. De Russische vicepremier Novak dreigde om de levering van olie te staken aan alle landen die het prijsplafond eerbiedigen. Dan gebeurt er iets waar de Amerikanen voor vrezen: een prijsexplosie die de mondiale economie hard zal raken.
We hebben ons wederom chantabel gemaakt
Ook Europa kan hard geraakt worden. Sommige landen, waaronder Hongarije, krijgen nog olie via een pijpleiding die door Oekraïne loopt. Omdat de G7 inclusief de EU achter het prijsplafond zit, moet premier Orbán Novaks dreigement serieus nemen. Als ik Poetin was, zou ik de pijpleiding afknijpen of Oekraïne ervan beschuldigen hem te saboteren.
Ook nu hoor ik weer bezweringsformules: ‘Dat doet hij niet, want hij heeft een goede relatie met Orbán’. Ik denk dat die relatie ondergeschikt is aan het strategische doel. Want als Orbán geen olie meer krijgt, kan hij zich tegen het hele sanctiebeleid van de EU keren en de eenheid slopen. En dat is precies wat Poetin wil. Kortom, we hebben ons wederom chantabel gemaakt.
In deze economische oorlog wil Poetin ons keihard raken. Niet de aantasting van de Russische economie, maar de mate waarin Poetin ons kan treffen met tegenmaatregelen is bepalend voor de publieke steun en daarmee voor de effectiviteit van het sanctiebeleid.
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.
Bron: Trouw, 8 december 2022