President Obama was er als de kippen bij om de door Iran, Brazilië en Turkije uitonderhandelde uraniumdeal naar de prullenbak te verwijzen. Deze reactie is een ontkenning van de rol van opkomende machten en is vreemd omdat Turkije een Navo-bondgenoot is en de deal redelijk in lijn is met Obama’s eigen beleid.
Ter herinnering. Twee weken geleden werd overeengekomen dat Iran 1200 kilogram laag verrijkt uranium naar Turkije mag sturen en na een jaar 120 kilogram 20 procent verrijkt uranium voor medische doeleinden uit dat land mag importeren. Maar de Amerikanen vrezen dat deze afspraak de deur naar grootschalige verrijking opent, waardoor Iran kernwapens kan gaan produceren. De Amerikanen lobbyen nu voor hardere sancties, ook omdat zij vrezen dat Iran op deze wijze resoluties wil omzeilen.
Door het aanhoudende gedoe rond de overeenkomst raakt het feit ondergesneeuwd dat de uraniumdeal onderdeel is van een stille revolutie die zich in het Midden-Oosten voltrekt. Turkije lijkt zich te ontwikkelen tot een regionale speler die bepalend wordt voor de stabiliteit in het Midden-Oosten.
De afgelopen jaren heeft de Turkse regering de betrekkingen verbeterd met tal van landen, met inbegrip van outlaw Syrië en de voormalige vijanden Griekenland en Rusland. Zelfs in de kwesties Koerdistan en Armenië is vooruitgang geboekt. Alleen de relatie met Israël vertroebelde door de Gaza-oorlog van 2008.
Bij het aanhalen van de banden wordt expliciet teruggegrepen op het oude Ottomaanse Rijk dat begin vorige eeuw vrijwel het gehele Midden-Oosten omvatte. Deze fundamentele verandering van het Turkse buitenlands beleid is het werk van premier Erdogan en minister van buitenlandse zaken Davutoglu, hoewel de ontwikkeling al begon voordat hun AKP in 2002 aan de macht kwam.
Davutoglu plaatste de opkomst van Turkije niet alleen in een historische context, maar stelde ook dat de internationale positie van een land afhangt van de strategische ligging ervan. Die ligging is cruciaal. Turkije is de brug tussen Azië en Europa. Davutoglu buit die uit met een actieve regionale politiek en wil van zijn land een doorvoerland voor olie en gas maken en een belangrijk knooppunt in de Oost-Westhandel, inclusief die tussen West-Europa en China. Inmiddels dalen de Turkse exporten naar Europa en stijgen ze naar het Midden-Oosten.
Het is daarom niet verwonderlijk dat de regering in Ankara nu anders aankijkt tegen de Europese Unie. Als dit het Turkse belang dient, is toetreding aan de orde. Zo niet, dan zal Turkije zijn eigen weg kiezen. Opmerkelijk is dat Turkije nu vooral problemen heeft met dat deel van de wereld dat sinds de stichting van het moderne Turkije de hoeksteen van het buitenlands beleid is: het Westen.
Hier wordt het debat over Turkije verengd tot de gevaren van toetreding van een groot moslimland tot de Europese Unie. Er wordt voorbijgegaan aan het feit dat de kaarten in het Midden-Oosten opnieuw worden geschud en de nucleaire deal wordt niet op zijn waarde geschat. Niet het Westen, maar regionale spelers deden het werk. Deze nieuwe realiteit bleek vooral voor de VS moeilijk te verkroppen.
Trouw