Door heel Europa zaaien ze chaos en verwarring: drones. Niemand weet vooralsnog waar ze precies vandaan komen. Toch gaat Nederland miljarden euro’s extra steken in anti-dronemaatregelen.
Afgelopen weekend werden er boven de vliegbases Eindhoven en Volkel drones gezien. Eerder deze maand werd ook boven vliegbasis Gilze-Rijen al een drone gemeld.
Dichtbij en concreet
Deze opeenstapeling van incidenten zet de discussie over Nederlandse veiligheid opnieuw op scherp. Voor het eerst lijkt de dreiging niet ver weg of theoretisch, maar dichtbij en concreet.
Defensie maakt daarom 2.5 miljard euro vrij om versneld nieuwe anti-dronecapaciteiten aan te schaffen. Waarom nu, wat kopen we precies en wordt Nederland daarmee echt veiliger? We vroegen het aan oud-luitenant-kolonel en defensiespecialist Patrick Bolder.
1. Waarom investeert Defensie nú miljoenen in anti-dronemaatregelen?
Volgens Bolder heeft de timing alles te maken met de recente incidenten in Nederland. De combinatie van meerdere meldingen in korte tijd maakt duidelijk dat wij dus zelf doelwit kunnen worden van drones.
Daarnaast speelde er de afgelopen maand ook veel droneactiviteit boven België. Dit laat zien dat het niet om geïsoleerde gebeurtenissen gaat. “Het is de samenloop van die waarnemingen en de geopolitieke situatie die maakt dat we nú iets moeten doen”, zegt Bolder. De dreiging is niet langer hypothetisch, drones blijken daadwerkelijk over Nederlandse militaire locaties te vliegen.
2. Gaat deze investering Nederland en/of burgers voldoende beschermen?
De systemen die nu worden aangeschaft zijn in eerste instantie bedoeld voor militaire doelen: vliegbases, havens met een militair deel en kazernes. Ze moeten ervoor zorgen dat Defensie kan blijven opereren, ook wanneer drones worden ingezet om die operaties te verstoren.
Voor de bescherming van burgers, economie en civiele infrastructuur verandert er door deze investering weinig. “Dit gaat Nederland niet ineens veilig maken. Het is daar niet voor bedoeld”, legt Bolder uit. Bescherming van civiele objecten – denk aan openbare bruggen en tunnels maar ook leidingen en snelwegen – ligt bij andere ministeries, zoals Justitie & Veiligheid en Binnenlandse Zaken.
Schiphol heeft bijvoorbeeld al een eigen drone-detectiesysteem. Als extra ondersteuning nodig is, moet dat via een verzoek aan Defensie of de Marechaussee. “Defensie kan helpen, maar niet op eigen initiatief”, legt Bolder uit. “De verantwoordelijkheid ligt in eerste instantie bij de civiele autoriteiten.”
3. Wat wordt er precies aangeschaft?
De investering richt zich op een mix van systemen die samen de hele anti-droneketen moeten afdekken: van het opmerken van een drone, tot het vaststellen wat er precies vliegt en uiteindelijk het uitschakelen ervan.
Het meest in het oog springend is de Skyranger30, een geavanceerd, mobiel wapensysteem. Maar dit systeem wordt pas in 2028 geleverd. Tot die tijd komen er kleinere, mobiele anti-dronesystemen beschikbaar. Die kunnen drones detecteren, verstoren en in beperkte mate ook bestrijden. Hierdoor kan Defensie sneller reageren op meldingen en incidenten dan nu het geval is.
Een belangrijk deel van de investering gaat bovendien naar radars en detectiesensoren, die cruciaal zijn om snel vast te kunnen stellen of een melding daadwerkelijk om een drone gaat. Volgens Bolder is dit zelfs het belangrijkste onderdeel: goede detectie voorkomt paniek, maakt het mogelijk om de operator op te sporen en bepaalt wat de juiste vervolgstap is.
4. De levering van de Skyranger30 is pas in 2028. Wat doen we tot die tijd?
De belangrijkste systemen, zoals de Skyranger30, laten nog jaren op zich wachten. Dat roept de vraag op of Defensie niet te laat in actie komt, zeker nu er drones boven meerdere Nederlandse vliegbases zijn gezien.
Bolder erkent dat gevoel. Jarenlang werd gedacht dat Nederland niet snel zelf onderwerp zou zijn van hybride aanvallen met drones. “Misschien zijn we daar toch wat naïef in geweest”, geeft hij toe. Tegelijkertijd benadrukt hij dat niets doen geen optie was. De dreiging is inmiddels concreet en zichtbaar.
Beter nu stevig investeren dan straks achter de feiten aanlopen, zegt Bolder. Wel waarschuwt hij dat Nederland ondanks deze stappen niet direct veiliger is. Nieuwe systemen moeten worden ingevoerd en getest, processen die nu eenmaal tijd kosten.
5. Waar komt het geld vandaan? En wat kan Defensie hierdoor niet kopen?
Binnen Defensie ontstaat aan het eind van ieder jaar vaak ‘vrijvallende financiële ruimte’, bijvoorbeeld doordat grote contracten vertraging oplopen of leveringen later plaatsvinden. Dat geld moet dan alsnog worden uitgegeven.
Volgens Bolder kan de anti-drone-investering uit die ruimte worden betaald, al is het ook mogelijk dat andere projecten hierdoor opschuiven. “Het hoeft niet per se ten koste te gaan van iets anders, maar het kan wel”, zegt hij. Welke budgetten precies worden verschoven, is op dit moment nog niet duidelijk.



