Inmiddels zijn we met Trump wel wat gewend, maar door zijn twitterfittie met premier May wordt steeds duidelijker waar de Amerikaanse president voor staat.
Door het retweeten van berichten van Jayda Fransen van de extreemrechtse en uiterst marginale beweging Britain First liet hij overduidelijk zien waar zijn sympathie ligt. Dat was ook al in augustus van dit jaar duidelijk geworden, toen hij expliciet weigerde afstand te nemen van de neonazi’s en de white supremacists van Alt-right die in Charlottevile een dodelijk treffen organiseerden als reactie op het ontmantelen van het standbeeld van generaal Lee, een held uit de Burgeroorlog.
Volgens Trump bevonden zich onder de extreemrechtse betogers ‘very fine people’. Zijn reactie past in een verontrustende trend die tijdens zijn verkiezingscampagne zichtbaar werd. Afgelopen februari reageerde hij op het verwijderen van een demonstrant met de opmerking dat hij zo iemand graag op zijn bek zou slaan.
Daarvoor had hij in Ceder Rapids, Iowa, al eens geroepen dat hij bereid was de juridische bijstand te betalen voor iedereen die demonstranten eens goed zou aanpakken. Wat Trump keer op keer doet, is het acceptabel maken van extreemrechts geweld. Uiteindelijk kan dat de Amerikaanse samenleving verscheuren.
Daarom schurkt hij tegen het fascisme aan. In een geruchtmakend opiniestuk in The Washington Post van 18 mei 2016 stelde de Amerikaanse denker Robert Kagan al dat het fascisme in de Verenigde Staten op de loer ligt. Volgens hem biedt Trump geen oplossingen op basis van een duidelijk programma, maar staat hij voor een houding van brute kracht, machismo, dedain, rancune, haat, woede en disrespect ten opzichte van democratische beginselen. Deze kenmerken behoren tot wat fascisme-expert Robert Paxton de mobilizing passions van het fascisme noemt.
Twitterfittie
Van fascisme is overigens pas echt sprake als geweld wordt goedgepraat of wordt verheerlijkt. Dat doet de president niet, maar hij zit er wel dicht tegen aan. Precies daarom liep de genoemde twitterfittie zo uit de hand. In het Britse parlement gaan intussen stemmen op om het komende bezoek van Trump af te blazen. In ieder geval blijkt de zo geroemde speciale relatie tussen de Britten en de Amerikanen inmiddels een wassen neus. Voor May is dat met zicht op een harde Brexit de volgende zorg.
Wie denkt dat Trump wel tot inkeer komt, heeft het mis. The New York Times schreef deze week dat het spook van Steve Bannon nog in het Witte Huis ronddoolt. Bannon, u weet wel, de voormalige ideoloog van het Witte Huis en zelfbenoemde leninist. Hij wil de elite en de bureaucratie vernietigen, en is een nationalist van het ergste soort. Die Bannon keerde terug naar Breitbart, dat onder zijn leiding de spreekbuis van Alt-right werd.
Alles wat Trump doet en zegt, is in lijn met Bannons ideologie. Dat is niet vreemd, want volgens eigen zeggen spreekt Bannon Trump twee tot drie keer per week. Het is inderdaad geen slecht idee, zoals sommige parlementariërs in Londen suggereren, om Trump voorlopig maar buiten de deur te houden.
De column van Rob de Wijk verschijnt wekelijks in Trouw