Premier Rutte kwam opgewekt van zijn laatste eurotop terug. Er was niets bereikt, en dat was goed. De euro is in rustiger vaarwater terecht gekomen en het is nu niet de tijd voor vergezichten over een toekomstig Europa. Gaat u maar rustig slapen, alles is onder controle. Maar als de geschiedenis van internationale crises iets bewijst, is het dat deze grillig verlopen en dat geen voorspelling klopt. Politici worden geleid door wensdenken. Ze doen te weinig en te laat, dus blijft de crisis dooretteren.
Natuurlijk is er afgelopen jaar wel iets is gebeurd. In maart kwam er een nieuw begrotingsverdrag dat voorziet in strengere begrotingsdiscipline en er is een aanzet tot een bankenunie. Maar nog steeds kan Brussel te weinig doen om landen te disciplineren. Dat een Europees economisch bestuur nodig is, is duidelijk. Dat heeft niets te maken met het vergezicht van een federaal Europa, zoals de tegenstanders van meer Brusselse invloed beweren, maar met nationaal eigenbelang. Want zo lang we in de euro zitten, krijgen de goed presterende landen de rekening gepresenteerd van landen die er een potje van maken. Nederland heeft dus omwille van zijn eigen economische stabiliteit direct belang bij Brusselse macht om wanpresterende lidstaten in het gareel te krijgen.
Maar landsbelang blijkt vaak ondergeschikt aan politiek overleven. In verband met de verkiezingen volgend jaar wil bondskanselier Merkel geen gedoe over vergaande besluiten die op kritiek in de Bondsdag of onder de bevolking kunnen leiden, ook al weet ze dat ze nodig zijn. Maatregelen om de euro te redden worden hier ondergeschikt gemaakt aan de Duitse verkiezingen. Zo bezien blijken democratieën feitelijk ongeschikt om fundamentele crises op te lossen
Welke rol het electoraat speelt werd onlangs duidelijk gemaakt door Wiebe Draijer, de voorzitter van de Sociaal-Economische Raad, in een interview met deze krant. Draijer ziet geen herhaling van het akkoord van Wassenaar van 1982, ook al is dat noodzakelijk. Vakbonden, politiek en werkgevers sloegen toen de handen ineen om Nederland uit een crisis te halen die een stuk milder was dan de huidige.
“Nederlanders willen vandaag de dag meer inspraak, duidelijkheid, snelheid en transparantie”, constateerde Draijer terecht. Maar als politici en bestuurders zich door een dergelijk electoraat laten leiden, kan geen enkele crisis meer worden opgelost. Inspraak is prachtig, maar de opinies van het electoraat zijn totaal versnipperd. Duidelijkheid is prima, maar de financiële crisis is zo complex dat experts er hun tanden op stukbijten. Snelheid is mooi, maar is onmogelijk als het electoraat verdeeld is en het probleem complex. En transparantie staat haaks op de wijze waarop complexe, internationale problemen worden opgelost. Dit is nu eenmaal een onoverzichtelijk proces.
Angst voor de kiezer leidt tot voortmodderen. Daarmee gaat kostbare tijd verloren. De crisis verdiept zich en de burger is er niet mee geholpen. De omslag van de The Economist toonde een Amerikaanse slee die de afgrond inrijdt. Politieke onmacht verhinderde snel en krachtig ingrijpen in de Amerikaanse overheidsfinanciën waardoor op 2 januari 2013 totale chaos dreigt. Desondanks waren Republikeinse politici erg tevreden met het feit dat er nog niks was bereikt.
Trouw