Europa en Nederland missen de systemische veerkracht om adequaat op maatschappijbrede schokken te reageren, daarvoor waarschuwt het Den Haag Centum voor Strategische Studies in het rapport ‘Assessing Europe’s Resilience and Preparedness in an Era of Strategic Risks’. Met name China vormt een bedreiging voor Europa’s strategische autonomie op het gebied van energie.
De Europese en Nederlandse veiligheid wordt geconfronteerd met een nieuwe generatie aan zogeheten ‘maatschappijbrede’ verstoringen en schokken, waarbij militaire dreigingen samengaan met klimatologische, economische en technologische druk, maar mist een samenhangende, systeembrede veerkracht.
Militair-civiele samenwerking
Juist omdat die hybride schokken veelal sector- en domeinoverschrijdend zijn, moet die veerkracht geborgd worden door een soepele militair-civiele samenwerking. Volgens HCSS-analist Hans Horan, één van de hoofdonderzoekers van het rapport, is die samenwerking tevens een cruciale schakel tussen de paraatheidsambities van een land en de operationele uitvoering.
‘Europa blijft kwetsbaar. We moeten steeds beter in de gaten houden waar wij onze energie vandaan halen’
Het probleem is echter dat die samenwerking veelal niet geïnstitutionaliseerd is, maar op een ad hoc-basis geïmplementeerd wordt. Erger nog, daarmee verwordt die civiel-militaire samenwerking onder stressvolle omstandigheden tot een knelpunt. Volgens Horan vloeit ad hoc-implementatie voort uit de sterke neiging die staten om aandacht en middelen te investeren in die domeinen ‘die zij recentelijk aan stresstests hebben onderworpen’, terwijl andere gebieden systematisch kwetsbaar blijven.
Kort samengevat is op Europees niveau onvoldoende aandacht voor drie tekortkomingen: aan ‘de veerkracht van de Unie’ liggen ongelijke nationale uitgangsposities ten grondslag, institutionele wrijvingen verzwakken de civiel-militaire samenwerking en belangrijke infrastructurele afhankelijkheden die bepalen in hoeverre Europa militaire operaties kan volhouden.
Energie als achilleshiel
Voor Europa geldt energie als een belangrijke achilleshiel. ‘Of het nu pijpleidingen zijn, of een kwetsbare supply chain of afhankelijkheid van een buitenlandse mogendheid met betrekking tot energie, Europa blijft kwetsbaar’, aldus Horan. ‘We moeten steeds beter in de gaten houden waar wij onze energie vandaan halen.’
Want strategische autonomie op het gebied van energie is nog een allesbehalve gerealiseerde ambitie, aldus ook de opstellers van het rapport: ‘Terwijl nieuwe energiebronnen de energiesector blijven transformeren, leidt de integratie ervan in bestaande infrastructuurnetwerken tot nieuwe kwetsbaarheden en hiaten in de veerkracht. Hoewel de EU profiteert van een gediversifieerd energieportfolio, waarbij hernieuwbare energiebronnen ongeveer 46 procent van de totale productie uitmaken, is er een sterke afhankelijkheid van in het buitenland geproduceerde componenten, met name uit China.
Strategisch risico
Want waar bijvoorbeeld batterijen cruciaal zijn voor de zo gewenste transitie naar hernieuwbare energie, daar worden ze voornamelijk geproduceerd in landen die ons niet per se vriendelijk gezind zijn, zoals China. De dominante positie van Beijing in meerdere lagen van de toeleveringsketen, noemt Horan ‘bijzonder zorgelijk’ en ‘een strategisch risico op lange termijn voor Europese landen’.
Ook op het gebied van windenergie is China inmiddels de dominante mondiale speler en vormt daarmee een strategisch risico. Zo is Beijing wereldleider in de productie van offshore windturbines en exporteren Chinese bedrijven zo’n beetje de helft van het wereldwijde aanbod van componenten voor windturbines op het land en op zee. Om de zaken nog ingewikkelder te maken: China is de belangrijkste producent van zeldzame aardmetalen die essentieel zijn voor de werking van windturbines.
Volgens het rapport is China verantwoordelijk voor bijna 60 procent van de wereldwijde winning van die metalen en voor 90 procent van de verwerking. Een geopolitieke verstoring zou de windenergie-infrastructuur van de EU en de NAVO daarom ernstig kunnen schaden.
De zonne-energiesector geeft volgens het HCSS-rapport zo mogelijk nog meer reden tot bezorgdheid. China domineert al de wereldwijde toeleveringsketen voor zonne-energie, produceert meer dan 95 procent van de zonnepanelen die in de EU worden gebruikt en controleert meer dan 80 procent van de wereldmarkt. En weer bestrijkt die dominantie vrijwel de gehele waardeketen, aldus de rapporteurs. En hoewel China voor sommige input van de Verenigde Staten afhankelijk is, komt Europa nergens in het verhaal voor als hebbende enige invloed of leverage.
Dumping
Additioneel probleem: het Chinese productie-overschot op zonne-energiegebied, overspoelt de Europese markten met dumpprijzen en handicapt daarmee de ontwikkeling van een Europese productie-infrastructuur. Doordat de economische duurzaamheid van lokale zonne-energiebedrijven ondermijnd wordt en de binnenlandse capaciteit uitgehold wordt, blijven EU én NAVO voortdurend afhankelijk van China.
Horan hamert erop dat energie niet alleen cruciaal is voor civiele doeleinden, maar ook voor militaire doeleinden, wat weer het belang benadrukt van civiel-militaire samenwerking op dit gebied. ‘Onafhankelijke energiebronnen en toeleveringsketens, die vrij zijn van de invloed van buitenlandse tegenstanders, zijn van cruciaal belang voor het voortdurende functioneren van zowel de economieën van de EU-NAVO-bondgenoten als hun gevechtsgereedheid en militaire mobiliteit tijdens geopolitieke crisismomenten’, aldus het rapport.



