Wat heeft die mevrouw Meng Wanzhou, de topvrouw van Huawei die op verzoek van Amerika door Canada werd opgepakt, verkeerd gedaan? Niets volgens de Chinese autoriteiten en alles volgens de Amerikanen.
Afgelopen weekeinde werd ze van fraude beschuldigd, omdat ze de Amerikaanse sanctiewetgeving had overtreden. Die wetgeving verbiedt het zakendoen met Iran. Dat verbod geldt voor Amerikaanse bedrijven en voor niet-Amerikaanse bedrijven die behalve met Iran ook zaken met de Verenigde Staten willen doen.
Toen president Trump eerder dit jaar de Iran-deal opzegde en opnieuw sancties instelde, was het gevolg dat de Franse energiereus Total 5 miljard dollar aan investeringen opgaf en zich uit angst voor Amerikaanse represailles uit Iran terugtrok.
Sidderingen ging ook door de directieburelen van Boeing en Airbus die vreesden voor 36 miljard dollar aan contracten. De Europese Unie, Rusland en China moeten weinig hebben van Trumps handelswijze. Inmiddels heeft de EU wetgeving geactiveerd die bedrijven financieel moeten beschermen. Maar daar schoot Total niet veel mee op.
Faillissement
Bij China heeft Trump bovendien een dubbele agenda. Sancties tegen Iran zijn een goede stok om de hond te slaan. Dat ondervond de Chinese techgigant ZTE die de Amerikaanse wet op 380 punten zou hebben geschonden door zaken te doen met Iran en Noord-Korea. Het bedrijf koerste als gevolg van de Amerikaanse tegenmaatregelen aan op faillissement, maar werd uiteindelijk gered. Kennelijk wilde Trump de relatie met China niet nog verder op het spel zetten. Het faillissement werd voor 1 miljard dollar afgekocht. De hele directie moest worden vervangen en de nieuwe moest Amerikaans toezicht accepteren. Bovendien moest ZTE 340 miljoen borg in kas houden voor het geval men weer in de fout zou gaan.
De Amerikaanse strijd tegen ZTE, Huawei en andere Chinese techbedrijven is vooral een strijd over de vraag naar de toekomstige standaarden voor het 5G-netwerk, de toepassing van kunstmatige intelligentie en het internet of things. Wie deze standaarden bepaalt, krijgt een niet in te halen economische voorsprong en daarmee politieke invloed.
Amerika wil dit ten koste van alles tegengaan. Overheidsinstellingen mogen al geen gebruik meer maken van de hardware van Huawei en Chinese bedrijven worden geweerd bij de aanleg van het Amerikaanse 5G-netwerk. Inmiddels hebben landen als Australië en Nieuw-Zeeland dit voorbeeld gevolgd.
Behendig
Deze keiharde strijd om de economische en politieke macht is ook de aanleiding voor de handelsoorlog die Trump tegen China begon. Hier heeft hij een punt: het is vreemd dat westerse bedrijven in ruil voor markttoegang hun gevoelige technologie met Chinese partners moeten delen. En de vrees dat China zijn economische macht wil omzetten in politieke invloed is terecht, temeer omdat Chinese bedrijven bij wet verplicht zijn de politieke agenda van de machthebbers te volgen en zo nodig te spioneren.
Trumps Chinese collega Xi speelt het spel behendig. Hij oogt in vergelijking met Trump de redelijkheid zelve. Maar uiteindelijk is het geen geheim dat hij van China een supermacht wil maken. De arrestatie van Meng Wanzhou kan niet los worden gezien van deze strijd tussen een neergaande en opkomende supermacht, die China gezien zijn technologische voorsprong wel eens zou kunnen winnen.
Lees wekelijks de column van Rob de Wijk in Trouw!