Steun aan Oekraïne in veel stabieler vaarwater dan half jaar geleden
Het afgelopen half jaar is de steun vanuit Europa aan Oekraïne in aanzienlijk stabieler vaarwater terechtgekomen, zegt minister van Defensie Ruben Brekelmans in de podcast Boekestijn & De Wijk. Hij doelt onder meer op de verbeterde situatie sinds het ‘dieptepunt’ van nog geen half jaar geleden, bij de zeer ongemakkelijke ontmoeting tussen de Oekraïense president Volodymyr Zelensky en de Amerikaanse president Donald Trump in het Witte Huis. ‘Sindsdien hebben we de NAVO-top gehad en ook recente uitspraken van Trump laten een structureel positievere lijn zien.’
Vanaf dag één zijn de prioriteiten van de VS volgens Brekelmans eigenlijk kraakhelder: de verdediging van het eigen land en stabiliteit in de Indo-Pacific. Maar tegelijkertijd benadrukken Trump én minister van Defensie Pete Hegseth keer op keer de stevige Amerikaanse verbondenheid met de NAVO. ‘De NAVO maakt de Amerikanen ook sterker in de wereld, tegen China, Rusland, Iran en Noord-Korea. Als Europa in staat is om het verdwijnen van bepaalde Amerikaanse capaciteiten op te vangen, is er niet per se een heel groot probleem.’
Wel is het voor de Europese veiligheid cruciaal om bevroren Russische tegoeden aan te wenden voor de steun aan Oekraïne, zegt Brekelmans. Met de tientallen miljarden euro’s die daarmee gemoeid zijn, kan Oekraïne de komende jaren zijn militaire capaciteit in stand houden. ‘Hopelijk verandert ook de calculatie van Vladimir Poetin, als we aan de ene kant de economische druk opvoeren, waardoor we zand strooien in zijn oorlogsmachine, en aan de andere kant Oekraïne in staat te stellen om de verdedigingslinie vast te houden.’
Terrein winnen
Als dat níet gebeurt, dreigt volgens Brekelmans een scenario waarin Rusland op den duur terrein wint, wat kan leiden tot veel grotere ‘panieksituaties’. ‘Het zou heel cynisch zijn als we dán pas met zijn allen in beweging komen. Als je dat scenario ziet aankomen, kun je beter nu de hulp opschroeven, dan afwachten tot Oekraïne er weer slechter voor staat. Een heel belangrijke voorwaarde is dan dat landen blijven leveren, en daar maak ik me wel grote zorgen over.’
Op zich is het positief dat de Amerikanen toestemming hebben gegeven om wapens naar Oekraïne te sturen, zegt Brekelmans. Maar intussen is de groep landen die hun steun aan Oekraïne voortzetten te klein. ‘Dat zijn voornamelijk België en landen daarboven, maar in het zuiden en oosten van Europa blijft dat achter. Oekraïne heeft ongeveer 120 miljard euro nodig om de oorlog te blijven voeren, en de helft daarvan moet van westerse steun komen. Die 60 miljard euro kan niet worden opgebracht door een klein groepje Noord-Europese landen.’
Italië en Spanje
Als Brekelmans de kwestie van de (financiële) steun aan Oekraïne bij zijn Europese collega’s aankaart, wordt vaak ‘amechtig ja geknikt’. ‘Iedereen zegt dan wel de juiste dingen, maar uiteindelijk gaat het erom hoeveel er onder de streep wordt geleverd. Landen als Italië en Spanje doen ongeveer hetzelfde als Nederland, terwijl hun economieën wel twee à drie keer zo groot zijn. Dus dat is niet dezelfde orde van grootte als wat wij doen.’
Daarom is Brekelmans blij dat de EU-leiders deze week op de Europese top in Kopenhagen de optie hebben besproken om 140 miljard euro aan bevroren Russisch geld aan Oekraïne te lenen. ‘Als daar een oplossing wordt gevonden, kan Oekraïne weer een aantal jaren vooruit. Poetin hoopt dat er steeds meer landen zijn die hun steun terugbrengen en dat er radicale elementen aan de macht komen die hem welgezind zijn. Als het weer ieder voor zich wordt binnen de EU en de NAVO, staan we er met zijn allen een stuk zwakker voor.’
Het blijft daarom zaak om ‘te blijven leveren’, zegt Brekelmans. Wat dat betreft zijn de signalen uit Noorwegen, Zweden en Finland hoopgevend. En ook minder vanzelfsprekende ‘bondgenoten’ als Frankrijk en Italië zijn best bereidwillig. ‘Om de steun aan Oekraïne in stand te houden, zul je iets met die bevroren tegoeden moeten doen. Het feit dat er nu op het allerhoogste niveau een voorstel ligt waar ook de Duitse bondskanselier Friedrich Merz met warme woorden over spreekt, geeft me wel weer vertrouwen.’
Elk dubbeltje omdraaien
Om de inkoopprocedures van onder meer drones te versnellen, zullen aanbestedingstrajecten worden versimpeld, meer directe aankopen worden gedaan en certificeringsprocessen versneld worden. Daarnaast is er volgens Brekelmans grote behoefte aan hele andere typen partnerschappen tussen Defensie en bedrijven. ‘De afgelopen decennia moest Defensie elk dubbeltje omdraaien, en zaten we in uitgebreide aanbestedingstrajecten met allerlei checks and balances. We moeten naar een heel ander type samenwerking.’
Daarvoor is volgens Brekelmans meer flexibiliteit nodig om te kunnen innoveren. De ontwikkeling van drones gaat niet snel genoeg als je de productie volledig aan de markt overlaat, en dat vraagt volgens hem om een meer sturende overheid. ‘Aan de andere kant moet je voorkomen dat te grote overheidsbemoeienis de innovatieve kracht en concurrentie in de weg zit, zeg ik als liberaal. Je wilt als overheid een bepaalde sturende invloed hebben, maar je moet er ook weer niet te dicht bovenop zitten.’
Bron: BNR, 4 oktober 2025
Een speciale aflevering van de podcast Boekestijn & De Wijk, op mijn kamer op het ministerie van Defensie.
We spreken o.a. over luchtverdediging, drones, Oekraïne en de defensie-industrie.
Kortom, hoe houden we Nederland en Europa veilig?
Nu online: https://t.co/IzhYMyPn9A pic.twitter.com/lzONeZGedc
— Ruben Brekelmans (@DefensieMin) October 4, 2025