Frederik Merten: Besluit nieuwe onderzeeërs gaat niet alleen om de industrie

Het kabinet besluit zeer waarschijnlijk dat de Franse Naval Group vier nieuwe onderzeeërs voor ons gaat bouwen. Er is veel gedoe over het behouden van de maritieme industrie in Nederland, maar dat is niet het belangrijkste, zegt HCSS defensiespecialist Frederik Mertens bij EenVandaag.

Bron: EenVandaag, 13 maart 2024

De Tweede Kamer debatteert vanavond over de onderzeeërs, hoewel er eigenlijk nog geen officieel besluit is. Maar de zorgen zijn wel groot. Is de samenwerking van die buitenlandse bedrijven met de Nederlandse maritieme industrie wel voldoende? Of moeten we dat vergeten en kijken naar een groter Europees belang als het aankomt op onze veiligheid?

Alle opties niet Nederlands

Over de vervanging van vier oude Walrus-onderzeeboten, die op de werf in Rotterdam werden gebouwd, wordt nu al 10 jaar gesproken. Het gaat om 4 tot 6 miljard euro. Officieel zijn er nog drie partijen in de race: de Zweeds-Nederlandse combinatie Saab Damen, het Duitse ThyssenKrupp en Naval uit Frankrijk, dat samenwerkt met de Nederlandse scheepswerf IHC uit Kinderdijk.

Volgens Frederik Mertens van het Haagse Centrum voor Strategische Studies (HCSS) zijn alle drie de opties niet echt Nederlands. “Wij gaan überhaupt niet voor een Nederlandse boot. Laten we eerlijk zijn, buitenlandse bedrijven zijn bij alle aanbieders cruciaal. Met de teloorgang van de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij in 1996, is eigenlijk gewoon het verhaal van de Nederlandse onderzeeboot verdwenen.”

Dringend nodig

De tijd dringt volgens de onderzeeboot-expert van HCCS, want ondertussen zijn we de huidige onderzeeboten aan het ‘kanabaliseren’.

“Onze onderzeedienst had vier boten, dat zijn er nu nog maar drie omdat we één aan de kant hebben gelegd voor onderdelen voor de andere drie. En binnenkort wordt een tweede boot aan de kant gelegd, omdat onze onderzeeboten langzamerhand ‘oldtimers’ zijn geworden.”

Te weinig boten

En dat is volgens Mertens een groot probleem, omdat Nederland zich in NAVO-verband niet aan de afspraken houdt: “We hebben beloofd dat wij een capabele onderzeedienst hebben, dus nu hebben wij te weinig boten om dat te leveren.”

“Stel dat er één in onderhoud is, en dat er op één boot getraind wordt, en de NAVO vraagt of Nederland een boot beschikbaar heeft, dan moeten wij nul op het rekest geven”, legt hij uit.

Goed personeel

Volgens Mertens zijn het ook niet de onderzeeboten die Nederland de specialist maken op de onderzeedienst, maar het personeel. En om dat zo te houden is continuïteit nodig.

“Deze jongens en meisjes die daar werken, die moeten ook gewoon weten dat dit boten zijn waar zij op kunnen varen. Ze moeten carrière kunnen maken op goede boten. En als je dat met oude schepen moet gaan doen, en te weinig oude schepen, dan wordt dat heel erg lastig.”

Offensief in plaats van defensief

De onderzeeboten zijn hard nodig, zegt Mertens. “Het zijn jagers. Ze zien andere schepen als prooi en ze zijn gebouwd om schepen naar de bodem van de zee jagen. En de Nederlandse onderzeeboten zijn dan weer bedoeld om op andere onderzeeboten te jagen. Dat kunnen ze ook gewoon ongelooflijk goed.”

Alle andere schepen van de marine zijn verdedigingsvaartuigen. “Die zijn het schild. De onderzeeboten zijn ons offensieve wapen waarmee wij ook een aanval kunnen uitvoeren. Dus als een marine volwaardig wil zijn, heeft het naast die defensieve capaciteiten ook serieuze offensieve capaciteiten nodig.”

Ongeluk kan dodelijk zijn

In theorie zouden alledrie de partijen volgens Mertens goede schepen moeten kunnen leveren. “Maar ik denk dat van de drie mogelijke boten, de Franse boot voor de Nederlandse maritieme maakindustrie de minst interessante kans is.” De Naval Groep werkt wel samen met een Nederlandse scheepswerf, maar die is volgens Mertens onervaren in het maken van onderzeeërs. “IHC is natuurlijk wel een topwerf als je baggerschepen wil gaan bouwen en dat is hun specialiteit.”

De werf maakt boten die gebouwd zijn voor burgerdoeleinden. “Oorlogsschepen moeten toch op heel andere specificaties gebouwd worden. En onderzeeboten zijn dan nog een trapje complexer. Die moeten helemaal perfect gebouwd worden. Want waar een ongeluk bij een oppervlakte schip gênant en vervelend is, kan dat bij een onderzeeboot al heel snel dodelijk zijn.”

Weinig kennisopbouw

Daarnaast zijn de ervaringen van Nederland met de Franse Naval Group niet altijd even prettig. Er wordt nu namelijk al samengewerkt bij de bouw van mijnenjagers. “En daar vindt vrij weinig kennisopbouw plaats aan de Nederlandse kant. Dus puur ervaring uit het verleden biedt geen heel goed beeld.”

Maar dat betekent niet dat de Zweeds/Nederlandse combinatie Saab Damen de ideale kandidaat is. “Damen heeft Saab in de handen moeten nemen omdat een groot gedeelte van de Nederlandse expertise verloren is gegaan met het faillissement van RDM. En Damen is vooral zeer goed in het bouwen van oppervlakteschepen. Dus dat verhaal dat het allemaal naar Nederland gaat, klopt niet. Het Zweedse Saab Kockums zal een heel groot deel van dit werk krijgen. En bij de Duitse boten is het dan ook weer de vraag wie krijgt wat.”

Breder plaatje

Volgens Mertens moet Nederland zich niet blindstaren op het behouden van de kennis van het maken van onderzeeërs, maar het in het bredere plaatje zien van een Europese defensie-industrie.

“We moeten ook niet allemaal verschillende tanks gaan bouwen, we moeten niet allemaal verschillende kanonnen gaan bouwen. Idealiter is er enige standaardisatie, maar dan moet je tegelijkertijd wel voldoende capaciteit hebben om te kunnen bouwen.”

‘Niet dom nationalistisch brullen’

En dat heeft Nederland nu niet. Dat een deel van de Tweede Kamer zich daar zorgen over maakt, snapt Mertens. “De maritieme maakindustrie heeft voor Nederland absoluut een strategisch belang, zowel voor onze militaire capaciteiten als gewoon voor onze economische kracht.”

“Maar uiteindelijk gaat het om meer dan alleen het industriële verhaal, waar het nu om lijkt te gaan. Dus niet te dom nationalistisch brullen: ‘het moet Nederlands zijn’. Maar gewoon ook binnen een Europese context denken hoe belangrijk het is dat Nederland ook in staat is om zijn steentje bij te dragen aan een Europese defensie industrie.”

Looking back at the Water, Peace and Security (WPS) Regional Training in Jordan

On 27-28 February, HCSS strategic analysts Laura Birkman and Irina Patrahau led the first regional Water, Peace and Security (WPS) training in Amman, Jordan. The two-day training was developed to help equip governmental officials from the Middle East and North Africa, Dutch diplomats active in the region, as well as practitioners in the disaster relief and humanitarian sector, with Water, Peace, and Security (WPS) tools and methods.

“We elaborated on ways and means to break the vicious cycle of water-induced conflict in favor of options that allow water to be used as an instrument for cooperation and peace.

HCSS senior strategic analyst Laura Birkman

The WPS tools and methods can be applied in developing conflict-sensitive, informed, and inclusive policies and programmes to prevent and mitigate water-related conflicts. The training was designed to support the Shiraka Water Management training programme, coordinated by Netherlands Enterprise Agency (RVO) and supported by the The Hague Academy for Local Governance.

“We had the opportunity to showcase the full WPS ‘toolbox’ of instruments, methods, and approaches that integrate early warning and anticipatory action to manage and mitigate water-induced conflict risk,” HCSS senior strategic analyst Laura Birkman reflected.

“I really enjoyed engaging with the diverse group of participants, ranging from government representatives, Dutch diplomats, and humanitarian officers active in over 10 countries in the region. We elaborated on ways and means to break the vicious cycle of water-induced conflict in favor of options that allow water to be used as an instrument for cooperation and peace.”

WPS was happy to host representatives of the International Federation of Red Cross and Red Crescent Societies MENA Regional Office and the Jordan Delegation, and from Netherlands embassies in the MENA region. The training was organized in collaboration with WPS consortium partners IHE Delft, Deltares, International Alert and World Resources Institute. The ambassador of the Kingdom of the Netherlands to Jordan, Harry Verweij, provided opening remarks. He highlighted the importance of collaboration in order to address water-related security challenges in the MENA region.

The training consisted of interactive sessions showcasing the integrated, informed and inclusive WPS approach (PDF) to water-related conflict prevention and mitigation. The sessions focused on understanding the water-security nexus, using the WPS Global Early Warning Tool, offering tools on how to engage in participatory action through causal loop diagrams, facilitating dialogue, and developing conflict-sensitive policies.

“From technical water management expertise to disaster relief, the training was rich in insights that will hopefully help guide participants in their day-to-day work, managing water-related security risks.”

HCSS strategic analyst Irina Patrahau

The training was conducted by several experienced WPS specialists, including Laura Birkman and Irina Patrahau from HCSS, Bouke Ottow and Nancy Haddaden from Deltares, Svenja Wolter from International Alert and Liz Saccoccia from World Resources Institute (WRI), with crucial support from Sundus Al-Ogaidi of the IHE Delft Institute for Water Education, Oscar Alvarado from The Hague Academy for Local Governance, assistant analyst Theresa Fleitz from HCSS, and the Netherlands Embassy in Jordan.

“It was a great experience sharing our WPS toolkit, hearing about the challenges water managers from the MENA region face and their innovative solutions, and meeting inspiring water managers, IFRC representatives, and diplomats,” Liz Saccoccia looked back. “Water management is complicated, but cultural sensitivity and engagement are essential to prevent water related conflict. If the Nabataean Empire could provide water services to Petra 2000 years ago, I have hope that we will take steps to address the growing water crises and ensure sustainable water management for our future.”

The training culminated with the WPS serious game, organized by HCSS strategic analyst Irina Patrahau, which encourages participants to apply learnings and discuss implications for their daily work through the use of a gamified analytical tool.

This regional training was a remarkable opportunity to share the tools and approaches that WPS has been developing over the last years and to encourage cross-learnings not just across provinces and countries in the MENA region, but also across sectors,” HCSS strategic analyst Irina Patrahau reflected. “From technical water management expertise to disaster relief and diplomatic experiences, the training was rich in insights that will hopefully help guide participants in their day-to-day work, managing water-related security risks.”

Learn more about WPS here, and our regional work here.

Michel Rademaker | Samenwerking van vitaal belang voor een veilig digitaal landschap

Michel Rademaker is al vanaf het begin betrokken bij The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) als een van de medeoprichters. Bij HCSS richt hij zich op geopolitieke vraagstukken en de invloed van staten op economische processen zoals cyberveiligheid, grondstoffen en energietransitie. In een interview met Digitaal Veilig Den Haag vertelt Rademaker over de inspanningen van het HCSS en hoe organisaties zelf verantwoordelijkheid kunnen nemen in digitale veiligheid.

Wat is uw focus als geheel in cybersecurity?

‘Onze focus bij HCSS ligt voornamelijk op de governance-kant van cybersecurity. We richten ons niet zozeer op de technische aspecten, maar eerder op hoe cyber zich organiseert. Dit omvat onder andere het opzetten van cybersecurity-scholen, zoals bijvoorbeeld in India en Zuid-Afrika, om bewustwording en kennis te verspreiden over cybersecurity.

Kunt u wat zeggen over de meest recente cybersecurity publicaties van HCSS en wat we de komende tijd verder kunnen verwachten?

‘Recentelijk hebben we de Cyber Transparency Value Chain gelanceerd, te vinden op onze website onder “Cyber Transparency” in het Datalab. Binnenkort zullen we hiervan de methodologieën en criteria presenteren die we gebruiken om de transparantie van landen te beoordelen. Daarnaast werken we aan verschillende projecten op het gebied van cybertransparantie en strategische studies, waarover we binnenkort meer zullen delen op onze website en aankondigingen.’

Den Haag is een knooppunt voor diplomatie. Hoe ziet u de digitale veiligheid van deze stad?

‘Elke organisatie in Den Haag is verantwoordelijk voor zijn eigen cybersecurity. Een mogelijke stap voorwaarts is het delen van cybersecurity-informatie tussen instituten in de stad en het verhogen van de digitale veiligheid voor de bewoners. Deze inspanningen kunnen Den Haag helpen haar positie als hub voor cybersecurity te versterken. Bovendien benadruk ik het belang van samenwerking tussen de publieke en private sector, zoals we laten zien in onze onderzoeksprojecten met wereldwijde partners.’

Wat zijn volgens u de uitdagingen voor de cybersecurity voor Den Haag?

‘Een uitdaging is het creëren van een cultuur van verantwoordelijkheid op verschillende niveaus, van Europese wetgeving tot lokale initiatieven. We zouden bijvoorbeeld meer kunnen doen met bewustwording tijdens de internationale ‘Cyber Security maand’ in Den Haag. Dit alles draagt bij aan het verbeteren van de algehele digitale veiligheid van de stad. En door bijvoorbeeld het delen van cybersecurity-informatie tussen instituten in Den Haag en het bevorderen van digitale veiligheid voor bewoners, kunnen we een veiliger digitaal landschap creëren.’

Hoe kunnen samenwerkingen een veilig digitaal landschap voor Den Haag creëren?

‘Samenwerking is van vitaal belang om een veilig digitaal landschap voor Den Haag te realiseren. Initiatieven zoals de One Conference, waar veel publieke en private experts samenkomen om kennis uit te wisselen en samen te werken aan cybersecurity, zijn cruciaal. Daarnaast benadruk ik het belang van educatie, zowel voor bewoners als voor organisaties die zich in Den Haag bevinden. Het doel is om een cultuur van verantwoordelijkheid te creëren en de samenwerking tussen publieke en private sector te versterken.’

Michel Rademaker benadrukt dat het bevorderen van cybersecurity niet alleen een taak is van organisaties, maar van de hele gemeenschap. Meer weten? Lees dan de artikelen op onze pagina.

Digitaal Veilig Den Haag is een initiatief van de Gemeente Den Haag waar partners samenkomen om kennis en informatie te delen. Wij werken samen met als doel: een digitaal veilig Den Haag.

Trends and HCSS sign agreement on research cooperation

Abu Dhabi | Trends Research and Advisory has signed a partnership agreement with the Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) to cover the possibilities and methods of research cooperation between the two institutions.

The HCSS is one of the leading research institutions in the Netherlands and the world. The agreement is a step to enhance international cooperation in the field of research and specialised studies.

The agreement enables comprehensive cooperation between the two centres in various fields of scientific research, including focused research and diverse studies. It covers collaboration in joint research projects, exchange of experts and researchers, opinion polls, and insights on issues of common interest.

The two institutes will organise conferences, seminars, and workshops. They will also cooperate in joint publications and research studies.

Dr. Mohammed Abdullah Al-Ali, CEO of Trends Research and Advisory, said that this agreement reflects Trends’ keenness to strengthen its relations with leading research institutions worldwide.

He added, “Through this agreement, we hope to expand the scope of our research and studies to include various fields of relevance to the future of our region and beyond. We also aim to enrich international dialogue on issues of common concern and deliver innovative solutions that achieve peace and stability. Thus, we shall confirm Trends slogan of ‘Foreseeing the future through knowledge’.”

Michel Rademaker, Deputy Director of HCSS and one of its founders, said, “We at The Hague Centre for Strategic Studies highly value this partnership with Trends Research and Advisory. It is an opportunity to exchange experiences and cooperate in research and specialised studies. We believe that this agreement will enhance international cooperation in scientific research and deliver scientific solutions to the challenges facing the world.”

Webinar | Internationale normen over kritieke grondstoffen

Op vrijdag 5 april zal HCSS strategisch analist Irina Patrahau spreken over “De strategische inzet van normen in China, de EU en Nederland” tijdens het NEN webinar Internationale normen over kritieke grondstoffen: doet u mee?

Kritieke grondstoffen zijn essentieel voor digitalisering, energietransitie en toepassingen in luchtvaart en defensie. Controle over hun ontginning en verwerking is van groot economisch, strategisch en geopolitiek belang. Nederland en de EU hebben zich gecommitteerd aan het verminderen van deze afhankelijkheid van derde-landen door middel van actief beleid, zoals de Europese Critical Raw Material Act (CRMA) en de Nederlandse grondstoffenstrategie. Normalisatie, het proces waarbij belanghebbende partijen samen afspraken maken en deze vastleggen in normen, speelt hierbij een belangrijke rol.

Met de recente oprichting van de nationale normcommissie Kritieke grondstoffen kan Nederland bijdragen aan en invloed uitoefenen op de Europese (CEN) en mondiale (ISO) normontwikkelingen. De normcommissie is een centrale plek waar relevante nationale belangen en expertises samen komen en gezamenlijk de strategische lijnen en acties worden bepaald. Relevante onderwerpen zijn test- en analysemethoden van metalen en materialen, recycling, traceerbaarheid en duurzaamheid.

Het NEN webinar biedt een unieke gelegenheid om bij te dragen aan de discussie over normen voor kritieke grondstoffen en hoe Nederland hierin een leidende rol kan spelen. U bent van harte welkom om bij het webinar aan te sluiten!

Datum en tijd: vrijdag 5 april 2024 van 11.00 tot 12.30.

Bent u wel geïnteresseerd in het webinar, maar kunt u deze niet bijwonen? Meldt u zich dan toch aan en maak gebruik van de keuze achteraf de bijbehorende documentatie te ontvangen.

Amrish Ritoe | EenVandaag: Diepzeemijnbouw mogelijk cruciaal in energietransitie

Ze groeien op 4.500 meter diepte en worden de ‘truffels van de oceaan’ genoemd: mangaanknollen. Mijnbouwbedrijven willen de knollen naar boven halen voor de productie van accu’s voor elektrische auto’s. Maar natuurbeschermers zijn daar fel op tegen. De Internationale Zeebodemautoriteit (ISA) besloot vorig jaar een besluit over diepzeemijnbouw uit te stellen. Ze proberen de regelgeving voor diepzeemijnbouw klaar te hebben in 2025.

Of er na 2025 met diepzeemijnbouw mag worden begonnen, is nog niet bekend. Maar al wordt het dan niet toegestaan, strategisch adviseur grondstoffen Jeff Amrish Ritoe van het Haags Centrum voor Strategische Studies (HCSS) is ervan overtuigd dat het uiteindelijk gaat gebeuren, zegt hij bij EenVandaag. “Het is niet of, maar wanneer we starten met diepzeemijnbouw.”

“De mijnbouw op land is te schadelijk en we zien dat de concentraties op land afnemen. De kwaliteit van ertsen neemt af, wat betekent dat je veel meer en grotere kraters moet maken. En de milieu-impact is al heel groot: in Indonesië zien we dat regenwouden omgekapt worden, orang oetans worden gedood en dorpen worden verplaatst. Dus mijnbouw op land heeft een hele grote impact op mens en milieu.”

“Ook zijn we door deze vorm van mijnbouw erg afhankelijk van China. Alle grondstoffen die opgegraven worden gaan naar China om chemisch te worden verwerkt.” Diepzeemijnbouw heeft de potentie om onze afhankelijkheid van China te verkleinen, vertelt Ritoe. “Want mangaanknollen bevatten hoge concentraties metaal. Diepzeemijnbouw klinkt dus als een schonere, effectievere manier om de metalen te produceren die nodig zijn voor de energietransitie, laten we dat verder onderzoeken.”

Bron: EenVandaag, 11 maart 2024

Jesse Kommandeur joins HCSS as Strategic Analyst

HCSS is pleased to announce that Jesse Kommandeur has joined us as Strategic Analyst!

At HCSS he will leverage his multidisciplinary expertise in Business Administration and Data Science to bridge the gap between quantitative and qualitative research. His role supports HCSS’s research agenda, focusing on the interplay between technology, society, and policy.

Jesse holds two BSc degrees in Business Administration and Information Sciences, alongside an MSc in Data Science (cum laude) from the University of Amsterdam. For his bachelor thesis, he explored the socio-technical and socio-economical dynamics of drug trafficking in the Port of Rotterdam, developing multi-agent system models to analyze current challenges and propose future solutions. Additionally, he has worked on end-to-end research projects with a data-driven approach for stakeholders such as the Port of Rotterdam and the Police Academy.

Before joining HCSS, Jesse worked at the University of Amsterdam for over 3 years where he lectured 300+ students at the Institute of Informatics and guided 30+ research projects, many of which were focused on trends in digital societies and the threads of emerging technologies.

Pieter-Jan Vandoren joins HCSS as Strategic Analyst

HCSS is pleased to announce that Pieter-Jan Vandoren has joined us as Strategic Analyst!

Prior to joining HCSS, Pieter-Jan was an intern at the Centre for Security, Diplomacy and Strategy in Brussels, working on the concept of European strategic autonomy in times of great power competition between the US and China.

Pieter-Jan holds a BSc degree in Business Economics from Hasselt University, Belgium. He obtained MSc’s in International Business and Finance (both cum laude) from the Catholic University of Leuven, Belgium. After graduating Pieter-Jan worked for two years as a consultant at EY Brussels, before following his interest in security studies to the Brussels School Of Governance, where he obtained an MA in Global Security and Strategy (summa cum laude).

His policy brief on European Critical Infrastructure won the 2023 TEPSA Student Contest.

De Strateeg | Frederik Mertens: ‘We steunen nog altijd volledig op de Amerikaanse nucleaire garanties’

Rusland is wereldwijd nog altijd de grootste kernmacht, met bijna zesduizend kernkoppen, gevolgd door de Verenigde Staten met zo’n 5.200. China volgt op ruime afstand met 410 kernkoppen. Dat is overigens nog altijd genoeg om de hele wereld te vernietigen, zegt Han Bouwmeester, brigadegeneraal en hoogleraar aan de Nederlandse Defensie Academie, in BNR’s De Strateeg.

Overigens hadden de Verenigde Staten en Rusland op het hoogtepunt van de Koude Oorlog gezamenlijk de beschikking over meer dan 50.000 actieve kernkoppen, zegt Frederik Mertens, Strategisch analist van HCSS. In die zin gaan we dus eigenlijk ‘al een heel eind de juiste kant uit’. We lijken de komende decennia vast te zitten aan de huidige stevige machtsblokken en dat is niet per se goed nieuws ‘Niemand is op zoek naar een armageddon, zeker niet. Maar er is nog genoeg om eindeloos veel schade aan te richten.’

Twee jaar geleden al waarschuwde secretaris-generaal van de Verenigde Naties Antonio Guterres dat de mensheid vandaag de dag slechts ‘één misverstand, één misrekening’ verwijderd is van totale nucleaire vernietiging. En nu ook de Russische president Vladimir Poetin nogmaals heeft gedreigd met een kernoorlog, lijkt sprake van een serieus gevaar. De machtspolitiek lijkt helemaal terug van weggeweest, zegt brigadegeneraal Han Bouwmeester.

Neoliberale wereldorde

Met het einde van de Koude Oorlog, nu ruim dertig jaar geleden, leek er ruimte te ontstaan voor een neoliberale wereldorde, waarin grote organisaties als de VN in staat zouden zijn om dreigende geopolitieke conflicten in de kiem te smoren, zegt Bouwmeester. Bovendien ontstonden er steeds meer onderlinge economische banden. ‘Dus we gingen ervan uit dat landen er geen behoefte meer aan hadden om conflicten met elkaar te krijgen, omdat die je economisch ook hele erg sterk raken.’

Dat is een repeterend fenomeen, zegt Bouwmeester. ‘Daar geloven we dan weer heel sterk in, maar dertig jaar later blijken links en rechts in de wereld toch allerlei machthebbertjes te zijn opgestaan, die daar niet meer in geloven. Dan krijg je toch veel meer realpolitik daarnaast. Dan gaat machtspolitiek een rol spelen en landen gaan dan kijken of ze daarin andere landen mee kunnen krijgen.’

Steunen op Amerikaanse garantie

Daarbij komt een groeiend nucleair gevaar om de hoek kijken, zegt Mertens. Want naast Rusland, China en de VS is er nog de global South en Europa, met name het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. ‘Ik denk dat we blij mogen zijn dat het VK en Frankrijk in Europa liggen. We steunen nog altijd eerst en vooral op de Amerikaanse garantie. Die is ook voor de VS zelf cruciaal en de meeste specialisten in de VS realiseren zich dat maar al te goed.’

Toenemende twijfel is nog de grootste bedreiging voor de mondiale nucleaire stabiliteit, zegt Mertens. ‘In Zuid-Korea laaide de discussie op of het zich niet nucleair moest bewapenen. En zelfs Japan, tot nu toe het enige slachtoffer van nucleaire wapens, begint deze discussie te voeren. De VS weet heel goed dat Japan morgen een nucleair wapen kan hebben, als het dat wil – en als de VS geen garantie meer geeft. Dat is niet heel complex voor een geavanceerde economie.’

Bron: BNR Nieuwsradio, 10 maart 2024

Hoe groot is het nucleaire gevaar nu echt? Wat kan Europa doen om haar positie als machtsblok te versterken? En zijn wij ons in Nederland bewust van het grote nucleaire gevaar?

Dat hoor je in deze aflevering van De Strateeg van:

  • Frederik Mertens, Strategisch analist van HCSS
  • Han Bouwmeester, brigadegeneraal en hoogleraar aan de Nederlandse Defensie Academie

Bron: BNR Nieuwsradio, 10 maart 2024

Over deze podcast

De Strateeg is een podcast van BNR in samenwerking met het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Abonneer je via bnr.nl/destrateeg om geen enkele aflevering te missen.

Host: Paul van Liempt

Redactie: Michaël Roele

De Strateeg: Zijn we een misrekening verwijderd van totale nucleaire vernietiging?

Twee jaar geleden al gaf de secretaris-generaal van de Verenigde Naties Antonio Guterres deze waarschuwing af: ‘De mensheid is vandaag de dag slechts een misverstand; een misrekening verwijderd van totale nucleaire vernietiging’. Anno 2024 lijkt deze uitspraak steeds waarschijnlijker. Vorige week dreigde de Russische President Poetin in zijn jaarlijkse speech voor een kernoorlog. Maar ook Europa staat op scherp. met honderden Amerikaanse, Britse en Franse kernwapens gericht op Rusland.

Hoe groot is het nucleaire gevaar nu echt? Wat kan Europa doen om haar positie als machtsblok te versterken? En zijn wij ons in Nederland bewust van het grote nucleaire gevaar?

Dat ga je horen in deze aflevering van De Strateeg van:

  • Frederik Mertens, Strategisch analist van HCSS
  • Han Bouwmeester, brigadegeneraal en hoogleraar aan de Nederlandse Defensie Academie

Bron: BNR Nieuwsradio, 10 maart 2024

Over deze podcast

De Strateeg is een podcast van BNR in samenwerking met het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Abonneer je via bnr.nl/destrateeg om geen enkele aflevering te missen.

Host: Paul van Liempt

Redactie: Michaël Roele