Seminar | European policies for Artificial Intelligence in Defence

On May 24, 2024, HCSS strategic analyst Sofia Romansky will give a lecture on International Governance for AI in the Military Domain, at the European policies for Artificial Intelligence in Defence seminar organized by Eurodefense Netherlands and KIVI Defence and Security.

The European Union recently approved the European Union AI-act, the first-ever legal framework on Artificial Intelligence (AI). However, this act is not applicable for Defence related applications. Nevertheless, AI for Defence is developing as rapidly as in other sectors and will only gain speed in the near future. 

The seminar is organised in collaboration between Eurodefense Netherlands and KIVI Defence and Security, a division of the Royal  Netherlands Society of Engineers KIVI.

During this afternoon seminar we will discuss AI technology development, policy issues and applications for Defence. If relevant, this could lead to Eurodefense or KIVI recommendations to European or national authorities.

The detailed programme is (all times local = GMT+2):

13:00 Reception of guests @ KIVI and online
13:10 Opening
13:20 Salvia Mirza (Resonant Consulting, UK) – Introduction and opportunities of AI for Defence 
14:00 Bart Groothuis (V) (Member European Parliament – Renew Europe) – European AI policy related to Defence 
14:15 Sofia Romansky (The Hague Centre for Strategic Studies) – International Governance for AI in the Military Domain 
14:55 Break
15:15 Jeroen van der Vlugt (CIO MoD NL) – NL MoD policy and vision on AI for Defence applications
15:55 Maarten Schadd (TNO) – Operationalizing responsible military AI: challenges and future directions
16:35 Panel discussion
17:00 Reception and drinks 

More info here.

Nieuw Clingendael/HCSS paper: Een kosten-baten analyse van de steun aan Oekraïne

Nieuw Clingendael / HCSS rapport: ‘Freedom isn’t Free: een kosten-baten analyse van de steun aan Oekraïne’.

Auteurs: Tim Sweijs, Bob Deen en Roman de Baedts.

Met inhoudelijke bijdragen van Rob de Wijk, Dick Zandee, Ko Colijn en Frederik Mertens.

Ruim tien jaar na de Russische annexatie van de Krim en twee jaar na de grootschalige invasie houdt Oekraïne nog steeds stand tegen Rusland. Dit is niet alleen vanwege de moed en inspanning van de Oekraïners zelf, maar ook dankzij de grootschalige militaire, economische en financiële steunpakketten van Europa en de VS. Voor 2024 reserveerde het kabinet tot dusver drie miljard euro voor militaire steun aan Oekraïne in de strijd tegen Russische agressie en zegde ook voor 2025 nog drie miljard toe. In navolging van het VK, Frankrijk en Duitsland, heeft Nederland een tienjarige overeenkomst over veiligheidssamenwerking met Oekraïne gesloten die de steun ook op lange termijn moet borgen. Ook het onlangs verschenen AIV-briefadvies en een recente Kamerbrief zetten in op aanhoudende steun.

Deze westerse steun is echter niet langer vanzelfsprekend of onomstreden. Met name in de VS maar ook in sommige Europese NAVO-landen begint de roep om de steun te staken langzaam meer weerklank te krijgen. Het Amerikaanse steunpakket van ruim zestig miljard dollar werd pas na maanden vertraging aangenomen door het Huis van Afgevaardigden. De discussie die daaraan voorafging maakte pijnlijk duidelijk dat toekomstige Amerikaanse steun niet vanzelfsprekend is. President Biden heeft inmiddels zijn retoriek heeft afgeschaald van “as long as it takes” naar “as long as we can”. Nieuwe toezeggingen voor nieuwe hulp aan Oekraïne stagneerden eind 2023 (met een terugval van bijna negentig procent) terwijl beloofde munitie-aantallen bij lange na niet gehaald werden. Een waarschuwing van de Franse president Macron dat een Westerse militaire interventie niet moet worden uitgesloten, kon op weinig bijval rekenen van zijn buitenlandse ambtsgenoten. Alhoewel het vraagstuk van Westerse ‘boots on the ground’ ook nader aandacht verdient, wordt het dientengevolge binnen deze notitie buiten beschouwing gelaten en wordt onder ‘steun’ zowel economische als materiële steun gerekend, maar zonder inzet van westerse troepen in Oekraïne. 

Na Poetins recente ‘verkiezingsoverwinning’ escaleerde het Kremlin de oorlogsretoriek. Er wordt nu door regeringsfunctionarissen openlijk over ‘oorlog’ gesproken, terwijl men eerder voor dat woord in de gevangenis belandde. Dit past in de retoriek waarbij niet langer Oekraïne, maar de NAVO de agressor is. Daarnaast kondigde het ministerie van defensie de formatie van twee nieuwe combined arms legerkorpsen aan en versnelde het de werving van nieuw militair personeel. Onderhand begint de Russische oorlogsindustrie op stoom te komen en produceert het grote hoeveelheden munitie en materieel ten behoeve van de Russische oorlogsinspanning. De grootschalige import van onder andere artilleriemunitie uit Noord-Korea en drones uit Iran vult de Russische voorraden verder aan. De gevolgen op het slagveld zijn reeds merkbaar, zoals te zien was bij het verlies van de stad Avdiivka in februari. Intussen stijgt de druk op Oekraïense troepen aan het front. In een interview eind maart liet president Zelensky weten dat Oekraïne meer land zal moeten opgeven bij langer uitblijven van Westerse materiële steun.

Ook in Nederland is er debat over de voortzetting van de steun aan Oekraïne en de vorm waarin dat moet gebeuren. De vraag naar de kosten en baten van het al dan niet verlenen van politieke, economische en militaire steun door de Nederlandse overheid is in dit kader buitengewoon relevant. Dit is meer dan een simpele rekensom waarin de winst of het verlies in Euro’s wordt uitgedrukt. Het gaat immers ook om veiligheidsrisico’s en geopolitieke en morele kosten en baten die zich niet altijd in ééndimensionale cijfers laten uitdrukken. Het is daarom essentieel om een breder begrip van kosten en baten te hanteren, beredeneerd vanuit de Nederlandse nationale veiligheidsbelangen en de impact van internationale steun op de uitkomsten van het conflict. Hierbij is een belangrijke overweging in hoeverre steun voor Oekraïne bijdraagt aan een militaire overwinning, een militair verlies, of een protracted conflict.

Deze notitie doet een bijdrage aan het debat over de Nederlandse steun. De notitie: 

  • relateert de impact van Europese en Amerikaanse steun aan drie uitkomsten van de oorlog in Oekraïne: een Oekraïense overwinning op termijn, een protracted conflict of een Russische overwinning. 
  • analyseert de kosten en baten van het voortzetten dan wel staken van steun voor elk van deze drie scenario’s; 
  • identificeert de voorkeur-opties van Europa en VS voor het al dan niet voortzetten van de steun; 
  • concludeert met handelingsperspectieven voor de Nederlandse overheid. 

Deze notitie is onderdeel van het PROGRESS programma dat wordt uitgevoerd in opdracht van de Nederlandse Ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie. De verantwoordelijkheid voor de inho

HCSS is hiring an NLP-Datalab Intern!

The Datalab of The Hague Centre for Strategic Studies offers an exciting internship to aspiring data scientists with an interest in NLP.

We review/accept applications for the NLP-Datalab Internship on a rolling-basis.

Candidates should either have a strong quantitative background or demonstrated affinity for all things quantitative. They should also demonstrate transferable programming skills, as well as a keen interest in the topics covered by HCSS policy research.

Given the richness of textual corpora as sources of data for geopolitical analysis, HCSS is enhancing its capabilities in Natural Language Processing (NLP). Ideal candidates know how to bring state-of-the-art developments of NLP into practice by writing professional production-ready Python code. 

Requirements

  • An affinity with computer science, statistics, mathematics, physics, engineering, econometrics, or a related field.
  • Fluency in Python, willingness to contribute to an NLP pipeline with high-quality code 
  • Very good communication skills in English, both orally and in writing
  • Ability to work independently in a fast-paced environment
  • Strong work ethic and willingness to learn
  • An affinity for policy research
  • Structured way of working, the ability to document your own work

The following attributes are considered an asset:

  • Prior experience with NLP tasks such as (dynamic) topic modeling, named entity recognition or sentiment analysis (and associated Python libraries) 
  • Affinity with object-oriented programming, familiarity with code style conventions such as PEP8 
  • Prior experience with Version Control tools such as Git 
  • Prior experience with Generative AI and LMstudio 
  • Prior experience with Docker, containerization and deploying code on servers 
  • First-principles thinking

Prospective tasks of an NLP-Datalab intern

  • Assist strategic analysts with data tasks for strategic analysis 
  • Operate the NLP pipeline to produce policy relevant results 
  • Add new NLP-methodological modules to the pipeline 
  • Collecting and preprocessing new data sources for the NLP-pipeline 
  • Interpret NLP modeling results and translate to policy relevance 
  • Tailor NLP-pipeline developments to relevant policy research applications 
  • Enhance the quality of the NLP visualizations 
  • Optimize code efficiency and structure 
  • Write appropriate documentation for the NLP-pipeline 
  • (optional) Plan and write your own snapshot paper for publication or give a presentation 

Eligibility

A data internship lasts six months. A shorter duration is possible only under exceptional circumstances. An applicant must be enrolled as a university student for the entire duration of data internship. Data interns should be able to commit to a forty-hour workweek. At present, HCSS does not offer part-time data internships within the Data Internship Program for a work week under 32 hours.

Application Procedure

To apply, send the following items to info@hcss.nl, before the 17th of May, using ‘NLP-Datalab Internship/2024’ as the subject line:

  • A resume, including a list of references
  • A cover letter, thoroughly demonstrating why and how your data skills can be applied to data-intensive policy research and mentioning when you are available to start the internship (the start date for this internship is ideally around the beginning of June)
  • Proof of university enrolment, valid for the entire duration of the data internship
  • An official transcript of academic grades
  • If possible: A portfolio of previous data projects, including the code (or a GitHub address).

Notes regarding the application procedure:

  • Please ensure that your application is complete before sending it in. Providing a list of references with contact details as part of your CV (at least two) is a mandatory requirement- we will not request them at a later stage.
  • The whole application should be written in English

Practical Information

The HCSS internship is paid. Eligible applicants will be invited for an interview. Our most prized candidates are thirsty for knowledge, excellent with numbers, and can ace our data-science test.

In the interest of the successful candidate’s learning trajectory, the internship will be carried out at the HCSS office in The Hague. Potential working arrangements can be discussed during the interview process.

The HCSS internship is paid: € 675,- per month.

At HCSS, we firmly believe in prioritising qualifications and skills when making hiring decisions, without any discrimination based on personal characteristics such as race, religion, gender, age, disability, and sexual orientation.

VPRO Tegenlicht | het geopolitieke belang van de Nederlandse maakindustrie

Onze maakindustrie is niet meer wat ze geweest is. Globalisering zorgt ervoor dat we in Europa nauwelijks nog schepen produceren. Is dat wel zo slim, in een tijdperk waarin de wereldzeeën niet meer vanzelfsprekend veilig zijn en waar ‘Wandel durch Handel’ zijn beste tijd heeft gehad?

Onderzoeker Frank Bekkers: “We leveren in een steeds gevaarlijkere wereld waarin competitie tussen grote landen de wereld domineert. Dat betekent dat we als Nederland, en zeker ook als Nederland in Europa, of met Europa, goed op onze tellen moeten passen. De globalisering zoals we die kennen uit het verleden, waarbij uitgebreid handel werd gedreven over de hele wereld, daar moeten we wat voorzichtiger mee zijn.”

In deze special is VPRO Tegenlicht bij de oplevering van een Nederlands schip voor een Taiwanese klant, en praten ze met gloednieuwe Kabinetsgezant Maritieme Maakindustrie Kees van der Staaij en veiligheidsexpert Frank Bekkers van het The Hague Center for Strategic Studies (HCSS) over de nieuwe geopolitieke werkelijkheid waar onze scheepsbouw mee te maken heeft – over de gevaren, maar ook de kansen.

Bekkers: “We hebben in de jaren 90 als Europa onze veiligheid uitbesteed aan de VS, onze energie aan Rusland, en onze maakindustrie is naar China verdwenen. Dat is een situatie die we niet meer zo willen in de toekomst. De wereld is aan het veranderen.”

Frank Bekkers schreef een dik rapport over de strategische belangen van de maritieme maakindustrie. En de uitkomst is alarmerend. Het argeloze beleid van de Nederlandse overheid, zet onze onafhankelijkheid op het spel. “Er is een kans op oorlog in de Indo-Pacific tussen China en Amerika, waar wij op allerlei manieren bij betrokken kunnen raken. Is het niet militair, dan hebben we wel met de gigantische economische fall-out van zo’n conflict te maken. Dat gaat gewoon ongelooflijk veel welvaart kosten. Ten eerste omdat China voor ons ook een systeemrivaal is; we hebben andersoortige denkbeelden over hoe we de wereld inrichten. Dat botst. En we zijn een bondgenoot van Amerika. Dus hoe het ook keert of wendt, wij raken betrokken, mocht er zo’n conflict tussen de Verenigde Staten en China uitbreken.”

Bron: VPRO Tegenlicht, 21 april 2024

Michel Rademaker in De Strateeg: ‘Noodwet nodig om energietransitie alsnog in goede banen te leiden’

De vraag naar voor de energietransitie noodzakelijke metalen explodeert en bij de verdeling moeten netbeheerders voorrang krijgen, zegt Michel Rademaker, adjunct-directeur en medeoprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). ‘Als we met zijn alleen de energietransitie willen maken, heb je partijen als de netbeheerders nodig die de elektriciteit van a naar b kunnen brengen.’

In de Critical Raw Materials Act van de EC is voor raffinage en mijnbouw vastgelegd dat vergunningstrajecten binnen twee jaar moeten zijn afgerond. Rademaker sprak netbeheerders die zomaar een jaar verder waren als ze alleen even een extra kabel in een bestaande kabelgoot wilden leggen. ‘Daarom moet je overwegen om ook dit soort vergunningstrajecten te versnellen met noodwetgeving. Ik zit niet aan tafel waar de besluiten worden genomen, maar in het belang van de energietransitie en de netbeheerders moet je het overwegen.’

Netbeheerders moeten prioriteit krijgen

Als de netbeheerders niet verder kunnen, staat in feite alles stil, waarschuwt Rademaker. Daarom zouden wat hem betreft de netbeheerders prioriteit moeten krijgen. ‘Iedereen die van gas en olie overgaat naar elektriciteit heeft die metalen nodig. De vraag is wie in Nederland de grondstoffen als eerste krijgt. Ik denk dat de netbeheerders in de waardeketen van de energietransitie prioriteit moeten krijgen.’ Anders loop je onvermijdelijk vertraging op. ‘Het gaat wel door, maar de vraag is of dat in het tempo is dat we graag willen.’

Om die overstap van fossiel naar duurzame energiebronnen te maken is heel veel elektriciteit nodig. Het overvolle elektriciteitsnet is een steeds groter obstakel, onder meer door de in hoog tempo opgeschroefde doelstellingen die amper bij te benen was door de netbeheerders. Bovendien gingen de gasprijzen omhoog door de Oekraïnecrisis, waardoor de vraag die voor 2030 voorzien waren nu al bereikt werd, zegt David Peters, chief transition officer bij Stedin. ‘Dus het gaat hartstikke snel.’

Wachtlijsten voor elektriciteitsaansluiting

En dat is aan de ene kant een goednieuwsshow voor de energietransitie, aan de andere kant leidt het voor een aantal mensen tot veel overlast, zegt Peters. ‘We zitten eigenlijk in een grootschalige verbouwing in Nederland. Daardoor staan er nu mensen op een wachtlijst voor een elektriciteitsaansluiting, particulieren én bedrijven, en dat is natuurlijk super vervelend.’ Bovendien liggen in Nederland op grote schaal de straten open. ‘Een op de drie straten zal de komende jaren opengaan om 50.000 transformatorhuisjes bij te plaatsen.’

De energietransitie is ook echt een systeemtransitie, betoogt Peters. En dan heb je het over een zeer grootschalige beweging, en niet alleen in Nederland, maar Europabreed. Van sommige effecten wordt dan pas in de loop van het proces duidelijk hoe snel ze gaan. Bij zo’n verbouwing van het volledige Europese energiesysteem komen nou eenmaal dingen kijken waar niet iedereen van tevoren aan gedacht heeft. ‘Je kunt bijna geen krant openslaan of je ziet een bericht over een tekort op het elektriciteitsnet.’

Goede rapportage van grondstoffen

Een extra complicerende factor is de ESG-regeling vanuit de EU, die zowel een lust als een last kan zijn. De grote vraag is hoe je collectief zicht houdt op de kwaliteit van de uitvoering van die ESG. Dat begint bij een goede rapportage over bijvoorbeeld grondstoffen, zegt Rademaker. ‘Als je materiaal uit Congo haalt, kun je nog zó je best doen, maar het zal niet aan de standaarden voldoen die je bijvoorbeeld in Finse mijnen ziet. Dat heeft gewoon te maken met de kwaliteit van het hele ecosysteem eromheen.’

Daar zit een grote mate van hypocrisie in, zegt Rademaker: we vinden internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (imvo) heel belangrijk, maar allemaal bedrijven buiten Europa pakken een voordeel door daar niet aan te voldoen, omdat er geen level playing field is.’ Ook komt not in my backyard (nimby) hier om de hoek kijken: we willen wel een Tesla, maar geen transformatorhuisje in onze tuin. ‘Veel beter toezicht is wel wat duurder voor de consument, maar dan heb je ook wat.’

Bron: BNR Nieuwsradio, 21 april 2024 / BNR Nieuwsradio, 21 april 2024

Over deze podcast

De Strateeg is een podcast van BNR in samenwerking met het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Abonneer je via bnr.nl/destrateeg om geen enkele aflevering te missen.

Host: Paul van Liempt

Redactie: Michaël Roele

Opinie | Gerben Bakker: De soevereinen zijn in opmars

Wederom waarschuwt de AIVD voor de dreiging van zogenaamde soevereinen. De groep die zich wil afkeren van de overheid is groeiende van eerder circa tienduizend (volgens de schatting van vorig jaar) tot nu enkele tienduizenden. Een aanvankelijk klein verschijnsel in de marge dreigt daarmee uit te groeien tot iets groters. Wat is er aan de hand en waarom kan deze ontwikkeling gevaarlijk zijn voor de democratische rechtsorde, zoals de AIVD beweert?

Wie zijn de ‘soevereinen’?

Soevereinen of ‘autonome burgers’ zijn mensen die het gezag van de Nederlandse overheid niet erkennen en om die reden vaak ook weigeren om zich aan allerlei regels te conformeren of belastingen te betalen. Van een afstand lijkt het alsof we te maken hebben met een duidelijk te onderscheiden groep. Maar dat is schijn. Soevereinen vormen een bont gezelschap van allerlei types die zich om uiteenlopende redenen aangetrokken voelen tot het ‘anti-institutioneel’ gedachtegoed. Er is geen duidelijke organisatie maar mensen vinden elkaar wel degelijk. Geheel in de tijdsgeest zijn er legio influencers en volgers op allerlei Youtube- of Telegramkanalen. Online communities vormen het onzichtbare ‘parallelle ecosysteem’ waarop toxische voorstellingen naar hartelust worden gedeeld.

Quasi-filosofisch complotdenken

Autonoom willen zijn – dat is op zichzelf genomen niks nieuws. Het bevragen van de statelijke autoriteit over het individu is al eeuwen een belangrijk politiek-filosofisch tijdverdrijf. Ook in Nederland zijn er diverse kleine clubjes politiek anarchisten, libertariërs of anarcho-kapitalisten die de staatsmacht het liefst op allerlei manieren zouden beperken. Deze clubs zijn echter onschuldig omdat ze in het teken staan van geweldloze uitwisseling van ideeën. In positieve zin zijn ze zelfs een belangrijke luis in de pels in het debat over de grondslagen van de liberale democratie.

De soevereinen of ‘autonome burgers’ zijn echter van een heel ander kaliber. Ook hun gedachtespoor begint vaak met een filosofische manoeuvre (‘de mens wordt toch vrij geboren, dus wie is dan gelegitimeerd om mij in een institutioneel bouwwerk in te metselen?’) Maar die springplank wordt vervolgens misbruikt door het ene na het andere waanbeeld aan elkaar te rijgen: De Nederlandse staat zou heimelijk een BV zijn die burgers als handelswaar ziet en waardoor er alleen maar een privaatrechtelijke relatie met de staat van toepassing zou zijn (op grond waarvan je dan boetes zou kunnen weigeren etc.); Er zou voor iedere burger een verdonkeremaand trustfonds zijn van 1,5 miljoen euro dat kan worden geclaimd met allerlei vernuftig papierwerk; Het burgerarrest zou uitlegbaar zijn als een vrijbrief voor allerlei vormen van eigenrichting of zelfs het optuigen van burgermilities.

Op basis van al deze ‘inside information’ worden mensen die vatbaar blijken al snel volledig ondergedompeld in een narratief dat voor elke onwelgevallige confrontatie met de overheid een pasklaar antwoord aanreikt. Zelfs zijn er allerlei handleidingen en standaardbezwaarschriften in omloop (of te koop) die – geformuleerd in onnavolgbare juridische quatsch – zouden moeten helpen bij het indienen van claims of vrijstelling van betaling.

Waarom is er sprake van een toenemende dreiging?

Wie de denkwereld van de soevereinen leert kennen, kan daar al snel een beetje lacherig over doen. Bij het zien van de impact vergaat het lachen echter snel. In de eerste plaats, en nog het meest draaglijk, zijn er de lasten voor het maatschappelijk systeem. Belastingdienst, gemeentes maar ook woningcorporaties krijgen te maken met een toenemende vloed aan weigerbrieven en bezwaarschriften die drukken op de capaciteit. Dat is vervelend maar heeft ook consequenties  voor mensen die wel echt ergens recht op hebben. Hun gedrag werkt ondermijnend op de solidariteit omdat ze met steeds meer signaleren dat lasten kennelijk niet voor hun van toepassing zijn.

Dat is alleen nog maar de ambtelijke overlast, maar veel schrijnender zijn de gevolgen voor sommige soevereinen zelf die, jarenlang misleid door allerlei waanvoorstellingen, zichzelf diep in de problemen hebben gewerkt met soms uithuisplaatsing en jarenlange schuldsaneringstrajecten tot gevolg. Ook kinderen van soevereinen worden soms weggehouden van het onderwijs omdat de leerplicht niet wordt erkend waardoor problemen worden overgedragen op volgende generaties.

En dan is er nog de geweldsdreiging waar de AIVD nu voor waarschuwt. Om en nabij de honderd geradicaliseerde soevereinen zouden spelen met de gedachte van gewelddadig verzet en propageren daarbij wapenbezit of proberen wapens te bemachtigen. Reëel of niet, de soevereinen zijn nog nadrukkelijker dan voorheen in het vizier als dreiging voor de nationale veiligheid. Niet dat de gedoodverfde soevereine burger daarvan wakker ligt: de veiligheidsdiensten zijn in zijn straatje immers precies de illegale lange arm van een staat die men toch niet dient te erkennen. Koren op de molen dus.

Niet alleen behandelen als een veiligheidsprobleem

Hoe essentieel het nationale veiligheidswerk ook is, door een eenzijdige risicofocus gaan we soevereinen vooral als veiligheidsprobleem beschouwen en niet meer als maatschappelijk probleem. Daarmee objectiveren we het verschijnsel teveel. We missen dan het inzicht dat ‘de soevereinen’ symptomatisch zijn voor de volatiele, online samenlevingen die liberale democratieën zijn geworden en waarin iedereen ervoor kan kiezen speelbal te zijn in zijn eigen wereld van overtuigingen. Kortom, het fenomeen zou ons moeten uitnodigen tot de nodige ‘soulsearching’ over waarom zulke anti-institutionele waanvoorstellingen zoveel greep kunnen krijgen op zoveel mensen.

Dat is geen gemakkelijke opgave. Je loopt direct aan tegen een kaleidoscopisch beeld van factoren. Deskundigen wijzen erop dat veel soevereinen elkaar vinden in negatieve ervaringen met de overheid. Dat de politieke aansluiting op burgers zoek is en er allerlei mismatches kunnen zijn tussen burger en overheid vormt een deel van de voedingsbodem. Vertrouwensherstel lijkt daarmee een deel van de oplossing. Maar ook dat is geen panacee. Er is ook iets voor te zeggen dat burgers wel erg met waarheden omgaan als in een cafetariamodel – ‘voor ieder wat waars’, in termen van Rob Wijnberg. Het ontwikkelen van mediawijsheid of het aanleren van de kunst van genuanceerde meningsvorming blijkt beslist geen overbodige luxe. Daarbij moeten we zeker ook kijken naar welke partijen belang hebben bij het verspreiden van anti-institutionele denkbeelden voor geldelijk gewin of om op die manier politieke instabiliteit te veroorzaken. Uit welke hoek komen de meest toxische denkbeelden eigenlijk? Veel ideeën blijken al een voorgeschiedenis te hebben in het Amerikaanse online ecosysteem van complotten. De uitwassen daarvan werden duidelijk op 6 januari 2021 met de bestorming van het Capitool.

Het onderliggend beeld is ingewikkeld, maar alleen door vele puzzelstukjes bij elkaar te leggen en op een integrale manier na te denken over de oorzaken kunnen we komen tot oplossingsrichtingen voor dit soort toenemend zorgwekkende verschijnselen.

Gerben Bakker, HCSS strategisch analist, 19 april 2024

De Strateeg: Hoe kan het elektriciteitsnet de energietransitie aan?

De energietransitie is één van de grootste uitdagingen van deze tijd. Om die overstap van fossiel naar duurzame energiebronnen te maken is heel veel elektriciteit nodig. Er is alleen een groot probleem. Het elektriciteitsnet zit hartstikke vol!

Onze infrastructuur voor elektriciteit moet dan ook op de schop. Straat na straat moet open. Maar kunnen we daarmee genoeg ruimte creëren? En welke rol ligt daarvoor weggelegd in de nationale en internationale politiek? Dat ga je horen in deze aflevering van De Strateeg van:

– David Peters, chief transition officer bij Stedin

– Michel Rademaker, adjunct-directeur en medeoprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies.

Bron: BNR Nieuwsradio, 21 april 2024

Over deze podcast

De Strateeg is een podcast van BNR in samenwerking met het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Abonneer je via bnr.nl/destrateeg om geen enkele aflevering te missen.

Host: Paul van Liempt

Redactie: Michaël Roele

Première van VPRO Tegenlicht-special ‘The rare metal wars’, met Irina Patrahau

Zal de energietransitie ons bevrijden van milieuvervuiling, tekorten en militaire spanningen? Praat mee over de Tegenlicht-special ‘The rare metal wars’.

  • Datum: 23 april 2024
  • Tijd: 20:00 – 22:00
  • Locatie: Pakhuis De Zwijger
  • Toegang: Gratis

In deze Toekomstverkenning van VPRO Tegenlicht waarschuwt Guillaume Pitron voor de schaduwkant van de energietransitie en digitalisering. Pitron is een Franse journalist en auteur van het boek The Rare Metals War: the dark side of clean energy and digital technologies. Zeldzame metalen zijn essentieel voor de productie van elektrische voertuigen, straaljagers, windturbines en zonnepanelen, maar ook voor onze smartphones, computers, tablets en andere alledaagse apparaten. Maar we weten eigenlijk heel weinig over de manier waarop ze worden gewonnen, of over de ecologische en geopolitieke kosten hiervan.

MET IN DIT PROGRAMMA

  • Benjamin Sprecher, Industrieel ecoloog
  • Ilija Bozovic, Online redacteur en beginnend maker bij VPRO Tegenlicht
  • Irina Patrahau, Strategisch Analist bij HCSS, onderdeel van het HCSS Energy and Raw Materials Initiative en Climate and Security Programme
Meer over de film

Door ons los te maken van fossiele brandstoffen dreigt er een nieuwe afhankelijkheid te ontstaan. China is momenteel met afstand de grootste speler in de strijd om de grondstoffen van de toekomst. Europa en de Verenigde Staten zijn grotendeels afhankelijk van de aanvoer en verwerking van deze grondstoffen van China. En dat is gevaarlijk, want net als olie en gas kunnen grondstoffen ingezet worden als politiek wapen. De eerste voortekenen daarvan zijn al zichtbaar, met een hoofdrol voor het Brabantse bedrijf ASML. Om deze geopolitieke voorsprong te verkrijgen heeft China een groot deel van haar milieu moeten opofferen, want het mijnen en raffineren van deze grondstoffen is allesbehalve schoon. Kan Europa het schoner doen en is deze afhankelijkheid nog te verminderen? Guillaume Pitron presenteert in deze Tegenlicht meerdere oplossingen.

Over het programma

Vanavond kijken we naar de korte film van Ilija Bozovic waarin hij de Franse journalist en documentairemaker Guillaume Pitron interviewt over de schaduwkant van de energietransitie en digitalisering. Daarna gaan we in gesprek met Ilija over het maakproces en de aanleiding voor deze documentaire en wijden we verder uit over de thema’s die in het interview ter sprake komen. We gaan het hebben over het geopolitieke aspect van mijnen naar grondstoffen voor de energietransitie, maar ook over hoe neokoloniale praktijken hier nog altijd een rol spelen. Ook hebben we het over een transitie naar een economie waarbinnen we minder afhankelijk worden van het mijnen van deze schaarse grondstoffen.

Deze gesprekken voeren we met

Benjamin Sprecher doet onderzoek naar kritieke materialen: grondstoffen waarvan de toevoer onzeker is en een tekort grote gevolgen zou hebben voor de economie. Hij is universitair docent aan de TU Delft en coördinator van het Resilient Cities programma van het Leiden-Delft-Erasmus Centre for Sustainability. Deze onderzoeksgroep streeft naar het versnellen van de transitie naar een circulaire economie.

Irina Patrahau is strategisch analist bij HCSS, onderdeel van het HCSS Energy and Raw Materials Initiative en Climate and Security Programme. Haar expertisegebieden zijn de geopolitiek en geo-economie van energie en grondstoffen, evenals klimaatveiligheid. Irina’s werk is gericht op de energietransitie en de implicaties daarvan voor relaties tussen en binnen staten, met een bijzondere focus op (kritieke) ruwe mineralen.

Ilija Bozovic is online redacteur en beginnend maker bij VPRO Tegenlicht. Zijn interesses gaan vooral uit naar geopolitieke onderwerpen, zoals grondstoffen. Eerder deed hij research naar plannen voor een lithium-mijn in Servië voor de Tegenlicht aflevering ‘Een Nieuwe Orde’. Verder schreef hij binnen dit thema ook een artikel voor Tegenlicht over ‘kritieke’ grondstoffen in Oekraïne.

Euromines Policy Committee | Irina Patrahau’s introductory statement on “Standards for Critical Raw Materials”

On April 17, HCSS strategic analyst Irina Patrahau joined the Euromines Policy Committee meeting where she discussed the role of technical standards in furthering ESG, as well as supply security for critical raw materials.

Patrahau provided an introductory statement on “Standards for Critical Raw Materials”:

 “Standards are becoming more and more political. Rising geopolitical tensions are impacting the open trade of critical minerals. Growing competition between the US and China, increasing pressure on global value chains as a result of the Covid-19 pandemic, and global instability caused by the war in Ukraine and the Israel-Gaza war, have caused a perfect storm for the multilateral order and global trade. One of the strategic instruments that is becoming relevant in this geopolitical competition is standard setting.

While traditionally seen as a purely technical tool for ensuring interoperability between products, standardization has developed into an increasingly strategic instrument. Formulating standards can support benefits from first mover advantages, expand products’ market reach, and create avenues for fostering long-term dependencies. While the Chinese government has been quite intentional in its approach since China Standards 2035 was introduced in 2018, European states are also increasingly aware and analyse the benefits and challenges of strategic standard setting.”

The importance of harmonization among European countries and strategic approaches rather than pursuing the development of new standards independently and creating more fragmentation in the European market was a key take-away of the discussion.

Column Rob de Wijk: Alle plannen van de formerende partijen zijn gedoemd te mislukken

Als ik de vier formerende partijen in Den Haag bezig zie, dan vraag ik mij af in welke wereld zij leven. Is het ze ontgaan dat de halve wereld in brand staat waardoor al hun plannen, voor zover ze het überhaupt ergens over eens kunnen worden, gedoemd zijn te mislukken?

Ik merk dat commentatoren, inclusief ikzelf, somberder worden. Na de Iraanse aanval met ruim 300 drones, kruisvluchtwapens en ballistische raketten dreigt een grote oorlog in het Midden-Oosten. Dat die ons hard zal raken komt omdat de energiecrisis die in 2022 ontstond door het dichtdraaien van de Russische gaskraan, niet definitief is opgelost.

Afhankelijk van hoe de oorlog escaleert, is het denkbaar dat het nachtmerriescenario van een blokkade van de straat van Hormuz uitkomt. Dat daardoor de aanvoer stagneert van vloeibaar gas, LNG en olie naar Europa (dus ook naar Nederland), is helder. De inflatie loopt dan op. De economie wordt hard geraakt. Meer belangrijke, maar energieslurpende bedrijven zullen vanwege de hoge kosten de deuren sluiten of naar bijvoorbeeld Amerika vertrekken.

Oekraïne raakt uit beeld

De alternatieven die we voor onze energievoorziening hadden, zoals LNG uit Qatar, zijn min of meer uitgeput. De voorzieningszekerheid loopt daardoor gevaar. De vragen die in de Eerste Kamer werden gesteld over het met beton onklaarmaken van de Groningse gasputten zijn daarmee in het kader van de leveringszekerheid logisch.

Die crisis wordt vergroot nu door de verlegde aandacht naar het Midden-Oosten de situatie in Oekraïne uit beeld dreigt te raken. Russische militaire bloggers zijn daar inmiddels opgetogen over. Want dit maakt het makkelijker voor Poetin om het initiatief te pakken en grote delen van de Donbas in te nemen.

Ook mooi voor Poetin is dat Europa van goede wil is, maar als gevolg van decennialange bezuinigingen met lege schappen kampt. En hoe succesvoller Poetin is, hoe meer Europese regeringen zich gaan afvragen of ze hun wapens en munitie niet zelf moeten houden voor het geval dat Rusland een NAVO-land aanvalt. Bovendien ziet hij de tanende invloed van Amerika in het Midden-Oosten en Republikeinen die onder leiding van Trump Oekraïne willen dwingen grondgebied op te geven met vreugde aan.

Waar blijft de urgentie?

En hoe hoger de energieprijzen zijn, hoe meer winst hij boekt en hoe groter het probleem in het westen is. Precies daarom vroeg president Biden aan Oekraïne de Russische energiesector niet te bombarderen. Ook dat is in Poetins belang.

Aan de andere kant van de wereld bevestigde president Biden zijn veiligheidscommitment ten aanzien van de Filipijnen. Want in de Zuid- Chinese zee lopen de spanningen met China op. Verder noordelijk zet president Xi Taiwan steeds meer onder druk.

Voor mij is het duidelijk dat de huidige situatie zich ontwikkelt naar een climax. Er is een dynamiek ontstaan die moeilijk te stoppen is. Ik zie in het Midden-Oosten, Rusland en China leiders die zich niet meer interesseren voor de gevolgen van escalatie. En in Nederland zie ik leiders die lekker doorgaan met onderhandelen over naar verhouding onbeduidende zaken. Je zou toch denken dat de huidige veiligheidssituatie een aansporing is om vaart te maken en urgentie uit te stralen. Maar daarvoor is het kennelijk nog te vroeg.

Rob de Wijk, Trouw, 18 april 2024

Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.