Ik kan me niet herinneren dat ik voor de laatste keer een bericht las over demonstraties voor de Europese Unie. Maar nu is het zo ver.
De beweging Pulse of Europe bracht in vele Duitse steden duizenden mensen op straat. En in Nederland, Frankrijk, Denemarken en Engeland gebeurt dat nu ook, zij het op kleinere schaal. Het werd tijd. Kennelijk was er eerst een Brexit voor nodig om duidelijk te maken dat de EU best belangrijk is. Die Brexit leidde er toe dat afgelopen weekeinde in Londen tienduizenden de straat opgingen.
Dat is niet vreemd, want de gevolgen van het onbezonnen besluit om de EU te verlaten beginnen de Britse burger in de portemonnee te raken. Om de gevolgen van de Brexit te verzachten is bijvoorbeeld het pond gedevalueerd. Dat is goed voor de export, maar slecht voor de import. Inmiddels zijn goederen, zoals iPads en voor Britten eerste levensbehoeften als marmite, duurder geworden.
Bovendien holt het aantal Europese studenten aan Britse universiteiten achteruit en vestigen de eerste Britse bedrijven zich aan de andere kant van het Kanaal. Het is allemaal conform de voorspellingen, terwijl de onderhandelingen nog moeten beginnen.
De die hard Brexiteers interesseert het niet. Maar naarmate de gevolgen van de Brexit duidelijker worden, zullen de protesten tegen de Brexit aanzwellen.
Misleiding
Ik heb vooral te doen met de armere, lageropgeleide Britten die door mensen als Farage en Johnson ronduit misleid zijn. Diezelfde misleiding vindt ook hier plaats door politici die Nederland niet alleen uit de EU, maar ook uit de Schengenzone en de euro willen halen, en doodleuk zeggen dat we daar beter van worden.
Echt, het is volstrekte onzin te denken dat bestaande instituties kunnen worden afgebroken zonder dat dit schade aanricht. Afgelopen februari publiceerde de Rabobank een rapport over een worstelend Europa in een veranderende wereld.
Daarin werd geconcludeerd dat de economische groei sterk afneemt als de EU uiteenvalt. De schade blijft beperkt als we voortmodderen en de groei trekt fors aan als we de samenwerking verdiepen. Dit was feitelijk ook de boodschap van een in de media genegeerd witboek waarin commissievoorzitter Juncker vijf toekomstscenario’s schetste.
Het scenario van ‘meer samendoen’ werd door critici onmiddellijk als ‘superstaat’ weggezet, terwijl dit scenario daar helemaal niet over ging. Ook als dit scenario bewaarheid wordt, heet ons staatshoofd nog steeds Willem-Alexander en niet Tusk.
Wie de scenario’s van het witboek afzet tegen de verklaring die de staatshoofden en regeringsleiders afgelopen weekeinde in Rome ondertekenden, ontkomt niet aan de conclusie dat deze geschreven is met het scenario van de verdiepte samenwerking in het achterhoofd.
Anders kan ik niet zien hoe de leiders willen komen tot een veiliger, socialer, welvarender, duurzamer en geopolitiek sterker Europa. Met alle andere scenario’s, mogelijk met uitzondering van het scenario dat voorziet in de vorming van kopgroepen waarin landen op specifieke gebieden samenwerken zoals defensie, terreurbestrijding, fraudebestrijding en sociale zaken, is dat onmogelijk.
Ik denk dat die nieuwe pro-EU-protesteerders dit heel goed zien. Zij vrezen voor onze welvaart; Eurosceptici breken die aantoonbaar af.
De column van Rob de Wijk verschijnt wekelijks in Trouw.
Photo credit: European Parliament via Foter.com / CC BY-NC-ND